Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Woordjes en begrippen leren
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
Je weet welke manieren er zijn om begrippen en afbeeldingen te leren;
Je weet dat je woordjes en begrippen in blokken moet leren en vaak moet herhalen.
Slide 2 - Diapositive
Planning
Kort filmpje
Leerpiramide van Bales
Slide 3 - Diapositive
Lessenserie 'Leren leren'
Slide 4 - Diapositive
Hoe kun je het best woordjes leren?
Kijk naar het volgende filmpje met tips. Probeer te onthouden welke tips er besproken zijn.
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Vidéo
Leerpiramide van Bales
Slide 7 - Diapositive
Tips voor het leren van begrippen
Hardop lezen
De online methode van je boek (via SOM kom je daar)
Mindmap van de basisstoffen en de begrippen daarbij schrijven.
Flitskaartjes zelf maken en heel vaak oefenen. ( stapel met flitskaarten die je al kent en een stapel die je nog moeilijk vindt)
Niet alleen van het begrip -> betekenis maar ook van betekenis->begrip oefenen!
Maak woorden visueel
Ezelsbruggetjes voor woorden die je echt moeilijk vindt.
Slide 8 - Diapositive
Waarom moet je begrippenlijsten niet alleen maar doorlezen?
A
Je onthoudt dan maar 10%
B
Je onthoudt dan maar 5%
C
je onthoudt dan maar 15%
D
Je onthoudt dan maar 20%
Slide 9 - Quiz
Tips voor het leren van afbeeldingen
Overhoor jezelf
varieer in oefenen ( zelf / iemand thuis / klasgenoot)
Hand/papier op de begrippen bij de afbeeldingen en met potlood kruisjes zetten bij diegene die je niet weet.
Oefen dan door vooral de kruisjes nog een keer te oefenen.
gebruik ezelsbruggetjes voor woorden die je echt niet kan onthouden.
Slide 10 - Diapositive
Woordjes leren
Slide 11 - Diapositive
Tips voor tijdens de toets
Blijf kalm
Bekijk je hele toets. Als het mogelijk is, begin dan aan de opdrachten die je het best geoefend hebt.
Als je een woord niet meer weet: bekijk het woord goed, herken je delen van het woord? Gebruik je kennis van de nederlandse taal om iets in te vullen: bijvoorbeeld: Schoudergordel ( ik herken schouder: de leerstof gaat over botten-> De schoudergordel is een onderdeel van je geraamte dat te vinden is bij je schouder.
Gebruik de vragen in een toets om andere delen van de toets in te vullen.
Slide 12 - Diapositive
Onderdeel van een gewricht waarin de gewrichtskogel draait................................................................................................................
Gewrichtskogel is dus een onderdeel van een gewricht ->
Ergens hier moet ik dus gewrichtskogel invullen. Ik weet nog dat de kogel de bolle kant is -> ik kies nummer 1