2.5

Hoefijzer en twee dimensies
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hoefijzer en twee dimensies

Slide 1 - Diapositive

Tijdens deze les

In deze les bespreken we de volgende paragraaf:
Paragraaf 2.5 - Hoefijzer en twee dimensies

Na deze paragrafen weet je:
Wat het hoefijzermodel inhoudt;
Wat het verschil is tussen conservatief en progressief.

Slide 2 - Diapositive

Hoefijzermodel
Extreme politieke stromingen lijken op een links-rechts-verdeling ver uit elkaar te staan.
Uit het hoefijzermodel blijkt dat extreme stromingen juist dichterbij elkaar staan dan verwacht. Dit komt doordat extreme politieke stromingen de overeenkomst hebben dat ze geluk door strijd willen bereiken.

Slide 3 - Diapositive

Twee dimensies

Vaak is het niet voldoende om alleen van de links-rechts-verdeling gebruik te maken. Daarom voegen we aan deze verdeling een extra dimensie toe.
Progressief
Betekent 'vooruitstrevend, vernieuwend en op verandering gericht.'
Conservatief
Betekent 'behoudend, weinig verandering wensend of juist terug naar vroeger wensend.'

Slide 4 - Diapositive

Voorbeeld twee dimensies

Slide 5 - Diapositive

Samenvattend

Politieke stromingen kunnen op drie manieren worden ingedeeld:

- Op een schaal van links naar rechts. (vaak niet voldoende)
- In een hoefijzermodel.
- In een schaal van progressief naar conservatief & links naar rechts

Slide 6 - Diapositive

Noem twee linkse politieke partijen
Noem twee middenpartijen
Noem twee rechtse politieke partijen

Slide 7 - Question ouverte

Welke twee stromingen kiezen voor geluk door strijd?


Slide 8 - Question ouverte

Welke vier stromingen kiezen voor geluk door debat?

Slide 9 - Question ouverte

l. Socialisme gaat voor geloof
ll. Liberalisme gaat voor gelijkheid
lll. Conservatisme gaat voor economische vrijheid
lV. Confessionalisme gaat voor vrijheid.

A
l, ll en lll zijn waar.
B
l, ll en lV zijn waar.
C
ll en IV zijn waar.
D
Alleen lll is waar.

Slide 10 - Quiz

Wat zijn voorbeelden van een one-issue partij?

A
PVV en DENK
B
D66 en GroenLinks
C
GroenLinks en Partij voor de Dieren
D
50 plus en DENK

Slide 11 - Quiz

Noem per politieke stroming twee politieke partijen die daarbij horen.

Slide 12 - Question ouverte