Futurum (Pallas 22)

1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Met welk Nederlands hulpwerkwoord kun je het futurum vertalen?

Slide 3 - Question ouverte

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Hoe zou je de infinitivus van een futurum moeten vertalen?

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Hoe zou je het participia van het futurum moeten vertalen?

Slide 11 - Question ouverte

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Het futurum gebruikt dus dezelfde uitgangen als deze tijd:

Slide 17 - Question ouverte

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

In welke Griekse letter zouden "labialen + sigma" veranderen?

Slide 21 - Question ouverte

In welke Griekse letter zouden "gutturalen + sigma" veranderen?

Slide 22 - Question ouverte

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Waar ken je de 'molenaar'-werkwoorden nog meer van?

Slide 27 - Question ouverte

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Aan de uitgangen van welk (type) werkwoord zijn deze uitgangen gelijk?

Slide 30 - Question ouverte

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Welke uitgangen gebruikt het passieve futurum?

Slide 34 - Question ouverte

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Samengevat: waaraan kun je Griekse futurumvormen herkennen?

Slide 37 - Question ouverte

Slide 38 - Diapositive