Verleden tijd

• Nederlands
• Secundair onderwijs

Verleden tijd

Spelling van de werkwoorden

Vul de zin aan in de verleden tijd.
Lore (vergeten) dikwijls haar pincode.

1. vergeette
2. vergate
3. vergat
4. vergeet

Wat gebeurt hier met het werkwoord?
Vergeten --> vergat

Vul de zin aan in de verleden tijd.
Saldo ontoereikend?
Ik (betalen) dan maar cash.

1. betaalte
2. betalte
3. betaalde
4. betalde

Wat gebeurt hier met het werkwoord?
betalen --> betaalde

Vul de zin aan in de verleden tijd.
Thuis (gebruiken) ik de bankapp.

1. gebruikte
2. gebruikdte
3. gebruikte
4. gebruikte

Wat gebeurt hier met het werkwoord?
gebruiken --> gebruikte

Spelling onregelmatige wwn.

Deze moet je uit het hoofd leren!

Even oefenen!

Emiel (bezwijken) onder de onlinedruk.

1. bezwijkt
2. bezweek
3. bezwijkde
4. bezweekte

Noor (genieten) van een goedkoop gsm-abonnement.

1. geniette
2. genietde
3. genoot
4. genootte

Seth (denken) rijk te worden door gamen.

1. denkde
2. dachte
3. denkte
4. dacht

Oefenen

Werkboek

- p. 20 oef. 1

- p. 21 oef. 2

Spelling regelmatige wwn?

Even oefenen!

Mali (antwoorden) niet op mijn berichtje.

1. antwoorde
2. antwoordde
3. antwoorte
4. antwoordte

Ciska's telefoon (crashen) na de laatste update.

1. crashte
2. crashdte
3. crashde
4. crashtte

Selen en Rania (doden) de tijd met scrollen.

1. doden
2. doodden
3. dooden
4. doodten

Oefenen

Werkboek

- p. 22 oef. 3

- p. 23 oef. 4 en 5

- p.24 oef. 6

- P. 25 oef. 7

Extra oefenen!

- Test jezelf: p. 88 oef. 2

- Remediëring PV in de verleden tijd

opdrachten 1 t.e.m. 5