Deviant op weg naar 1F thema 7 moeilijke woorden deel 2

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Nederlands

Thema 7 hoofdstuk 1

Spreekwoorden en uitdrukkingen - Geld

Doel

Aan het einde van deze les:

Ken je de 10 spreekwoorden en hun betekenissen.

Heb je ten minste de helft van hoofdstuk 1 op studiemeter afgerond.

Planning

1. Weet je het nog? Test!

2. Wat weet je al?

3. Aan de slag!

4. Nakijken en bespreken

5. Opdracht kijkplaat?

6. Doelen

7. Vooruitblik volgende les

1. Weet je het nog?

Je krijgt nu 3 minuten de tijd om de begrippen op bladzijde 227 en 228 door te lezen. Daarna beginnen we met de test.

Geld overzetten van de ene bankrekening naar de andere.

1. Verzekering
2. Overmaken
3. Uitgave
4. Sparen

Het geld dat je aan een persoon of bedrijf moet betalen, bijvoorbeeld omdat je het geleend hebt.

1. Schuld
2. Vaste lasten
3. Zelfstandig
4. Contant

Het geld dat je aan de overheid betaalt.

1. Verzekering
2. Belasting
3. Garantie
4. Overmaken

Het geld dat je iedere maand opnieuw moet betalen.

1. Administratie
2. Inkomen
3. Vaste lasten
4. Rekening

Mijn vader laat zijn ... bijhouden door een boekhouder.

1. Garantie
2. Verzekering
3. Portemonnee
4. Administratie

In deze winkel kun je alleen ... betalen.

1. Uitgave
2. Garantie
3. Contant
4. Zelfstandig

Het kopen van een huis was de grootste ... van mijn leven.

1. Uitgave
2. Sparen
3. Zelfstandig
4. Belasting

Mijn moeder heeft een goed salaris. Ze heeft het ... goed voor elkaar!

1. Contant
2. Financieel
3. Zelfstandig
4. Garantie

2. Wat weet je al?

De volgende opdracht probeer je zonder afkijken te doen.

Je krijgt straks 3 spreekwoorden zien. 

Wat denk je dat het spreekwoord betekent?

Dat is een rib uit mijn lijf

Iets voor een prikkie kopen

Vragen staat vrij

3. Aan de slag

Wat ga je doen?

Maak de puzzel zelfstandig.

Klaar?

Maak hoofdstuk 1 in studiemeter of opdracht 3 in je boek

Vragen?

Steek je hand op!

4. Nakijken en bespreken

Geld over de bank smijten

Tijd is geld

Voor niets gaat de zon op

Dat is een rib uit mijn lijf

Een appeltje voor de dorst hebben

Een gat in de hand hebben

Geld maakt niet gelukkig

Het geld groeit me niet op de rug

Iets voor een prikkie kopen

Vragen staat vrij

5. Kijkplaat

6. Doelen

Aan het einde van deze les:

• Ken je de 10 spreekwoorden en hun betekenissen.
   
• Heb je ten minste de helft van hoofdstuk 1 op studiemeter afgerond.

7. Vooruitblik

In de volgende les:

• Afmaken studiemeter
• Opdrachten uit het boek afronden
• Herhaling moeilijke woorden en spreekwoorden