Weer en klimaat hoofdstuk 3 paragraaf 1

1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Welke factoren beïnvloeden het weer in de VS?
In Noord-Amerika zijn er droge en natte gebieden:





Droogte: waarom?
Neerslag: waarom?
  • regenschaduw
  • hogeluchtdrukgordel
  • weinig verschillen in luchtdruk
  • stuwingsneerslag
  • stijgingsneerslag
  • grote verschillen in luchtdruk (depressie) frontale neerslag

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Invloed reliëf en wind op het klimaat in de VS  
Rocky Mountains
Sierra Nevada
Appalachen
Aanlandige wind vanaf de Grote Oceaan
Koude wind (cold wave) uit de poolstreek, zorgt voor koude winters in het noorden van de VS.
Warme, vochtige wind (warm wave) vanuit de Golf van Mexico, zorgt voor hoge temperaturen en veel neerslag.
Aflandige wind

Slide 10 - Diapositive

Hieronder zie je 4 klimaatfactoren en 4 omschrijvingen. Sleep de omschrijving naar de bijbehorende klimaatfactor. 
Windrichting
Breedteligging
Bergen
Zeestromen
In het noordoosten van de VS zorgt dit voor weinig invloed van de zee op het klimaat.
Dit zorgt aan de noordwestkust van de VS voor hogere temperaturen.
Hierdoor kan warme wind uit het zuiden diep het binnenland van de VS indringen.
Hierdoor is er een groot temperatuurverschil tussen Florida en Alaska.

Slide 11 - Question de remorquage

Volgens de wet van Buijs Ballot...
A
stroomt lucht van H naar L met een afwijking.
B
stroomt lucht van L naar H met een afwijking
C
stroomt neerslag van H naar L zonder een afwijking
D
stroomt lucht van H naar L zonder afwijking

Slide 12 - Quiz

Volgens de wet van Buijs Ballot hebben luchtstromen op het noordelijk halfrond altijd een afwijking naar ...
A
Links met de wind in de rug
B
Rechts met de wind in de rug
C
Links met de wind in je gezicht
D
Rechts met de wind in je gezicht

Slide 13 - Quiz

Hoe heet deze
soort neerslag
A
Stijgingsneerslag
B
Stuwingsneerslag
C
Frontale neerslag

Slide 14 - Quiz

Van welk type neerslag is hier sprake?
A
Frontale neerslag
B
Stuwingsneerslag
C
Stijgingsneerslag
D
Droogte

Slide 15 - Quiz

Welke neerslag zie je op de afbeelding?
A
Stuwingsneerslag
B
Stijgingsneerslag
C
Depressie
D
Frontale neerslag

Slide 16 - Quiz

Welke neerslag zie je op de afbeelding?
A
Stijgingsneerslag
B
Frontale neerslag
C
Stuwingsneerslag
D
Depressie

Slide 17 - Quiz

Welke regel is er van toepassing bij hoge en lage druk?
A
Wind waait van hoge druk naar lage druk
B
Wind waait van lage druk naar hoge druk

Slide 18 - Quiz

Is er nog iets onduidelijk? Wil je ergens meer uitleg over?

Slide 19 - Question ouverte