1.2 Frankrijk vóór de revolutie

Tijdvak 7
De tijd van pruiken en revoluties
§1.2 Frankrijk vóór de revolutie
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Tijdvak 7
De tijd van pruiken en revoluties
§1.2 Frankrijk vóór de revolutie

Slide 1 - Diapositive

12 september
2N
DOEL
Ik weet welke drie standen er waren tijdens de standensamenleving en ik weet welke taken iedere stand had
Ik weet minimaal drie redenen waarom mensen in Frankrijk ontevreden waren over het bestuur & samenleving
Ik ken de begrippen standensamenleving, voorrechten en absolute macht
DOEN
Klassikale uitleg
Maken §1.2

§1.2 - De tijd voor de Franse Revolutie
Volgende les

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Thema tijdvakken 1 en 2
Tijdvak 1
  • Jagers en verzamelaars
  • Boeren
  • Egypte
  • De Nijl overstroomt
Tijdvak 7
  • 1.2 Frankrijk vóór de revolutie
  • 1.3 De Franse Revolutie

  • SO 1.2 + 1.3

  • 1.4 Frankrijk onder Napoleon
  • 1.5 Nederland in de Franse Tijd

  • Repetitie 1.2 t/m 1.5

Slide 4 - Diapositive

Wat weet jij van de Franse Revolutie

Slide 5 - Carte mentale

L'État, c'est Moi
  • De wil van de koning is wet. Dit noem je absolutisme

  • Lodewijk XVI was een Franse koning met asolute macht

  • Deze macht is door god gegeven

  • Zo hoeft dus ook niemand aan de koning te twijfelen...
L'État, c'est Moi
De wil van de koning is wet. Dit noem je absolutisme. 
Lodewijk XVI was een Franse koning met asolute macht. 
Deze macht is door god gegeven
Zo hoeft dus ook niemand aan de koning te twijfelen...

Slide 6 - Diapositive

Video
Versailles: from Louis XIII to the French Revolution

Slide 7 - Diapositive

0

Slide 8 - Vidéo

Standenmaatschappij
  • Sinds de middeleeuwen was de Franse samenleving verdeeld in 3 standen: 'bidders, strijders en werkers'
  • Over deze verdeling kon niet worden getwijfeld: God had dit zo bepaald.
  • Dit noem je een standensamenleving
Standenmaatschappij
  • Sinds de middeleeuwen was de Franse samenleving verdeeld in 3 standen: 'bidders, strijders en werkers'
  • Over deze verdeling kon niet worden getwijfeld: God had dit zo bepaald.
  • Dit noem je een standensamenleving

Slide 9 - Diapositive

De 1e stand
  • De geestelijkheid: de mensen van de kerk. Zij zorgden dat de mensen in de hemel zouden komen. De hoge geestelijken woonden in grote paleizen en hadden vooral voorrechten (en maar weinig plichten).

  • De geestelijken bezaten veel grond: het waren grootgrondbezitters

Slide 10 - Diapositive

De 1e stand
  • De geestelijkheid: de mensen van de kerk. Zij zorgden dat de mensen in de hemel zouden komen. De hoge geestelijken woonden in grote paleizen en hadden vooral voorrechten (en maar weinig plichten).

  • De geestelijken bezaten veel grond: het waren grootgrondbezitters

De 1e stand
  • De geestelijkheid: de mensen van de kerk. Zij zorgden dat de mensen in de hemel zouden komen. De hoge geestelijken woonden in grote paleizen en hadden vooral voorrechten (en maar weinig plichten).
  • De geestelijken bezaten veel grond: het waren grootgrondbezitters

Slide 11 - Diapositive

De 2e stand

  • De edelen: de mensen van adel. Zij zorgen voor het bestuur en de verdediging van het land. Zij woonden in grote paleizen en hadden vooral voorrechten (en maar weinig plichten).

  • De koning vertrouwde hen niet: daarom mochten (moesten!) ze bij hem in de buurt wonen. Zo kon hij ze in de gaten houden.



Slide 12 - Diapositive

De 2e stand

  • De edelen: de mensen van adel. Zij zorgen voor het bestuur en de verdediging van het land. Zij woonden in grote paleizen en hadden vooral voorrechten (en maar weinig plichten).

  • De koning vertrouwde hen niet: daarom mochten (moesten!) ze bij hem in de buurt wonen. Zo kon hij ze in de gaten houden.



De 2e stand
  • De edelen: de mensen van adel. Zij zorgen voor het bestuur en de verdediging van het land. Zij woonden in grote paleizen en hadden vooral voorrechten (en maar weinig plichten).
  • De koning vertrouwde hen niet: daarom mochten (moesten!) ze bij hem in de buurt wonen. Zo kon hij ze in de gaten houden.



Slide 13 - Diapositive

De 3e stand
  • De boeren en de burgers. Eigenlijk iedereen die niet bij de 1e of 2e stand hoorde. Daarom waren er in de 3e stand ook grote verschillen. Zo had je de rijke burgerij, de bourgeoisie. Dit waren mensen met een eigen bedrijf of een diploma.

  • De 3e stand had alle plichten: zij moesten bijvoorbeeld wél belasting betalen.



Slide 14 - Diapositive

De 3e stand
  • De boeren en de burgers. Eigenlijk iedereen die niet bij de 1e of 2e stand hoorde. Daarom waren er in de 3e stand ook grote verschillen. Zo had je de rijke burgerij, de bourgeoisie. Dit waren mensen met een eigen bedrijf of een diploma.

  • De 3e stand had alle plichten: zij moesten bijvoorbeeld wél belasting betalen.



De 3e stand
  • De boeren en de burgers. Eigenlijk iedereen die niet bij de 1e of 2e stand hoorde. Daarom waren er in de 3e stand ook grote verschillen. Zo had je de rijke burgerij, de bourgeoisie. Dit waren mensen met een eigen bedrijf of een diploma.
  • De 3e stand had alle plichten: zij moesten bijvoorbeeld wél belasting betalen.



Slide 15 - Diapositive

Wie is de eerste stand?
A
Adel
B
Geestelijkheid
C
Burgers

Slide 16 - Quiz

WAT?
WAAROM?
HOE?
Maken §1.2: Frankrijk vóór de revolutie
Omdat je moet weten hoe Frankrijk er uit zag rond het jaar 1750
Op papier, niet digitaal
TB blz 10-12
WB blz 8-9
HOE LANG?
HULP?
KLAAR?
Tot 10 minuten voor het einde
van de les
Rood: Je werkt alleen en mag geen vragen stellen
Oranje: Je mag vragen stellen aan de docent
Groen: Je mag zachtjes met elkaar praten en vragen stellen aan de docent
Voeg je toe aan de classroom: 8in1vgd
Bekijk de filmpjes over de Franse Revolutie (met oortjes)
timer
1:00

Slide 17 - Diapositive

Begrippen uit deze les
Standensamenleving
Voorrechten
Absolute macht

Slide 18 - Diapositive

Personen uit deze les
Lodewijk XVI

Slide 19 - Diapositive

Huiswerk
§1.2 Frankrijk vóór de revolutie afmaken

Slide 20 - Diapositive

Opruimen!!
Stop je spullen in je tas.
Als de bel gaat blijf je zitten
De docent zegt als je weg mag gaan. Schuif dan je stoel aan

Slide 21 - Diapositive