Les 09-03 2V

1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui?


Informatie over een SO
De ontkenning 
Infographics
Quiz over de Francophonie

Slide 2 - Diapositive

SO 


Wanneer: Dinsdag 16 maart + woensdag 17 maart 
Over: hoofdstuk 5, bron ABCD (de ontkenning) + het werkwoord aller (gaan). Dit werkwoord staat op pagina 156 van je boek. 

Slide 3 - Diapositive

source D - de ontkenning






à Orléans

Slide 4 - Diapositive

La négation 
  • Je ne suis pas une fille.           = niet/geen
  • Tu n'écoutes jamais.                 = nooit
  • Je n'ai rien mangé.                    = niets
  • Louis n'est pas encore là ?    = nog niet
  • Il ne veut plus dormir.              = niet meer
  • Ne = voor p.v.
  • Pas = achter p.v.

Slide 5 - Diapositive

Nooit

Niets

Nog niet

Niet meer

Niet/geen
ne...pas
Ne...jamais
Ne....plus
Ne...pas encore
Ne....rien

Slide 6 - Question de remorquage

Hij is niet ziek.

Slide 7 - Question ouverte

Zij zijn nooit ziek.

Slide 8 - Question ouverte

Ik heb nog geen koorts.

Slide 9 - Question ouverte

Zij heeft geen hoofdpijn meer.

Slide 10 - Question ouverte

Attention
Na een ontkenning verandert un/une in de.
Dat gebeurt ook bij du/de la/ de l'/des

J'ai un frère.
Je n'ai pas de frère.

Slide 11 - Diapositive

Exemple
Tu fais du sport?
Non, je ne fais pas de sport.

Slide 12 - Diapositive

Réponds: Tu as des soeurs? Non, je....

Slide 13 - Question ouverte

5 minuten pauze
timer
5:00000

Slide 14 - Diapositive

Infographics opdracht
Jullie gaan zometeen elkaars infographic bekijken en beoordelen. Wanneer je elke infographic gezien hebt, maak je een top 3. Hier mag jouw eigen groep niet tussen staan. Je moet ook vertellen waarom deze poster volgens jou in de top 3 hoort. Deze top drie zet je vervolgens in LessonUp. 

Slide 15 - Diapositive

Infographics 
Groep A: Bij elk tweetal komt een poster te liggen. Na 1 minuut geven jullie de poster door en ontvang je een nieuwe poster. 

Groep B: In Teams bestanden staat een document met alle posters. Deze ga je zelfstandig bekijken gedurende 10 minuten. 

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

1. Poster.... want:
2. Poster... want:
3. Poster... want:

Slide 18 - Question ouverte

Quiz over de Francophonie 

Slide 19 - Diapositive

Hoe heet de populaire kuststreek in het zuiden van Frankrijk?
A
Côte d'Opale
B
Côte du Rhône
C
Côte d'Or
D
Côte d'Azur

Slide 20 - Quiz

Welke Franstalige stad heeft circa evenveel inwoners als Parijs (10 miljoen)?
A
Kinshasa (Congo)
B
Montréal (Canada)
C
Dakar (Senegal)
D
Mareille (Frankrijk

Slide 21 - Quiz

Wat is de echte naam van Stromae (van de hits Formidable en Papaoutai)?
A
Thomas Bangalter
B
Paul van Haver
C
Laurent Binet
D
Guy Dupont

Slide 22 - Quiz

Keizer Napoléon Bonaparte heeft veel wetten ingevoerd. Welke van de onderstaande heeft hij ingevoerd?
A
Kinderbijslag
B
Achternamen
C
Provincies
D
Vrouwenkiesrecht

Slide 23 - Quiz

Wetten en uitvindingen van Napoléon Bonaparte
Straatnamen en huisnummers 
Registratie en belasting
Achternamen en burgerlijke stand 
Rechts rijden
De wet: 'Ieder mens is gelijk'
Mensen mogen niet zomaar gevangengezet worden
Metriek stelsel 

Slide 24 - Diapositive

Vroeger heette Parijs anders. Wat is de Romeinse naam van Parijs?
A
Lutetia
B
Parisii
C
Noviomagus
D
Gallia

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Diapositive

Wie van deze personen is nooit president van Frankrijk geweest?
A
François Hollande
B
Emmanuel Macron
C
Louis XVI (Lodewijk de 14e)
D
Charles de Gaulle

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Diapositive

Volgens wie is een 'petite robe noire' onmisbaar in de kledingkast?
A
Coco Chanel
B
Jean-Paul Gaultier
C
Louis Vuitton
D
Christian Dior

Slide 29 - Quiz

Wat is de maximum snelheid die de TGV-trein haalt tijdens een gewone rit (soort Thalys)?
A
Ivoorkust
B
Madagaskar
C
Haïti
D
Frans Guyana

Slide 30 - Quiz

Wat is de bijnaam van het Franse nationale elftal?
A
Les Coqs
B
L'Hexagone
C
Les Diables rouges
D
Les Bleus

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Vidéo

Wat is 'une voiture' in het québécois (Canadees Frans)?
A
Un car
B
Une voiture
C
Une bagnole
D
Un char

Slide 33 - Quiz

Slide 34 - Vidéo


1. Benoem drie dingen die je geleerd hebt
2. Benoem twee dingen die je nog wilt leren (over de francophonie)
3. Benoem één vraag die je de volgende keer beantwoord wilt hebben

Slide 35 - Question ouverte