les 2 functiewoorden

• Taal
• Basisschool
• Groep 8

Welke inhoudswoorden ken je?

Doel van de les:

Ik kan functiewoorden in een zin herkennen en benoemen.

Dit moet je kunnen:

Ik kan lidwoorden in een zin herkennen en benoemen.

Ik kan voornaamwoorden in een zin herkennen en benoemen.

Ik kan voorzetsels in een zin herkennen en benoemen.

Ik kan voegwoorden in een zin herkennen en benoemen.

Lidwoorden?

Ik haal een kaart uit onze ijzeren brievenbus.

Ik zie groene bomen en kleurige vogels.

Benieuwd lees ik de achterkant van de kaart.

Vond onze logé de fietstochten saai?

De tekst is beknopt, maar ik weet genoeg.

Ik droom van de koeien en mis jullie oneindige uitzichten.

Voornaamwoorden

persoonlijke voornaamwoorden

bezittelijke voornaamwoorden

aanwijzende voornaamwoorden

Geef voorbeelden van
voornaamwoorden.

Ik haal een kaart uit onze ijzeren brievenbus.

Ik zie groene bomen en kleurige vogels.

Benieuwd lees jij de achterkant van de kaart.

Vond onze logé de fietstochten saai?

Die tekst is beknopt, maar ik weet genoeg.

Wij dromen van de koeien en mis jullie oneindige uitzichten.

Voorzetsels

Geef voorbeelden
van voorzetsels.

Ik haal een kaart uit onze ijzeren brievenbus.

Ik zie groene bomen en kleurige vogels.

Benieuwd lees ik de achterkant van de kaart.

Vond onze logé de fietstochten naar het strand saai?

De tekst is beknopt, maar ik weet genoeg.

Ik droom van de koeien en mis jullie oneindige uitzichten.

voegwoorden

Maak een zin met een voegwoord.

Ik haal een kaart uit onze ijzeren brievenbus.

Ik zie groene bomen en kleurige vogels.

Benieuwd lees ik de achterkant of de voorkant van de kaart.

Vond onze logé de fietstochten saai?

De tekst is beknopt, maar ik weet genoeg.

Ik droom van de koeien en mis jullie oneindige uitzichten.

Verder oefenen...

Maak opdracht 1 en 2. 

Jaaaa, ook b en c.

Maak zelf 3 zinnen met een voornaamwoord, een voorzetsel en een voegwoord.