Signaalwoorden opsomming, voorbeeld en tegenstelling

1 / 20
suivant
Slide 1: Vidéo

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Ingewikkeld

of niet?


Verbanden in teksten

Slide 2 - Diapositive

TEKSTVERBANDEN

Zorgen ervoor dat

woorden, zinnen en alinea's

met elkaar samenhangen.

Slide 3 - Diapositive

SIGNAALWOORDEN

Aan een

signaalwoord

zie je met

welk tekstverband

je te maken hebt.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

VOORBEELD OPSOMMING

herken je aan signaalwoorden zoals:

  • ten eerste, ten tweede, ten slotte
  • om te beginnen
  • ook (nog)
  • verder
  • en
  • dubbele punt (:)
  • liggende streepje (-)
  • getallen (1, 2, 3)

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

 VOORBEELD TEGENSTELLING

herken je aan signaalwoorden zoals:

  • tegenover
  • maar
  • hoewel
  • echter
  • toch
  • aan de ene kant ... aan de andere kant



Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

VOORBEELD TOELICHTING

herken je aan signaalwoorden zoals:

  • bijvoorbeeld
  • zo
  • zoals
  • denk aan
  • neem nou
  • onder andere


Slide 10 - Diapositive

Lees (en beluister) de tekst

Slide 11 - Diapositive

Wat wordt opgesomd bij nummer 4?

Slide 12 - Question ouverte

Aan welke twee signaalwoorden herken je de opsomming bij nummer 4?

Slide 13 - Question ouverte

Hoe kun je bij nummer 5 zien dat er iets opgesomd wordt?

Slide 14 - Question ouverte

Welk signaalwoord voor tegenstelling staat bij nummer 6?

Slide 15 - Question ouverte

Uit hoeveel delen bestaat de opsomming bij nummer 7?

Slide 16 - Question ouverte

Waarvan worden voorbeelden gegeven bij nummer 8?

Slide 17 - Question ouverte

GELEERD?

- je kunt met behulp van signaalwoorden de tekstverbanden opsomming, tegenstelling en voorbeeld in een tekst herkennen en begrijpen
Verbanden en signaalwoorden

Slide 18 - Diapositive

Schrijf één ding op wat je deze les hebt geleerd en niet meer vergeet.

Slide 19 - Question ouverte

Stel één vraag over iets dat je nog niet zo goed
hebt begrepen.

Slide 20 - Question ouverte