3.5 Vergelijkingen oplossen C

• Wiskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

3.5 Vergelijkingen oplossen

Lesdoelen

Ik kan:

- Een vergelijking met breuken oplossen

Programma

• Voorkennis 3.5 Vergelijkingen oplossen

1.        A Aanpak voor het oplossen van vergelijkingen
2.        B Vergelijkingen met haakjes

• Uitleg 3.5 Vergelijkingen oplossen

1.         C Vergelijkingen met breuken

• Zelfstandig aan het werk
  

Voorkennis 3.5 Vergelijkingen oplossen (met haakjes)

Vergelijkingen oplossen

Doel: bereken wat 'x' is.

Aanpak
1. Staan er haakjes? Weg ze weg!
2. Herleid zo nodig het rechter- en linkerlid

3.  Zorg ervoor dat de variabele uit het rechterlid verdwijnt

4. Zorg ervoor dat in het linkerlid alleen de variabele overblijft

Vergelijkingen met haakjes

Los op 5(x-1) = 2x + 4

5x - 5 = 2x + 4

3x - 5 = 4

3x = 9

x = 3

3.5 Vergelijkingen oplossen met breuken

Vergelijkingen met breuken

Voorbeeld: Los op 

stap 1: Werk haakjes weg

stap 2: Werk breuken weg

​2​​1​​x−​3​​1​​=​3​​1​​(x−2)

Wat is het kleinste gemeenschappelijke veelvoud van 3 en 4?

1. 6
2. 3
3. 4
4. 12

Wat is het kleinste gemeenschappelijke veelvoud van 2 en 3?

1. 2
2. 3
3. 6
4. 1

Wat is het kleinste gemeenschappelijke veelvoud van 2, 3 en 4?

1. 2
2. 6
3. 12
4. 24

Wat is het kleinste gemeenschappelijke veelvoud van 2, 3 en 5?

1. 6
2. 10
3. 15
4. 30

Vergelijkingen met breuken

voorbeeld: Los op 

stap 1: Werk haakjes weg

stap 2: Werk breuken weg

stap 3: Alleen x links, termen zonder x rechts

stap 4: deel door het getal voor de x

​2​​1​​x−​3​​1​​=​3​​1​​(x−2)

Maak in stilte opgave 67a. (blz. 119)
Noteer alleen je antwoord x=...

Maak in stilte opgave 67b. (blz. 119)
Noteer alleen je antwoord x=...

Lesdoelen

Ik kan:

- Een vergelijking met breuken oplossen

Zelfstandig aan het werk

Aan de slag!

Wat?	Opgaven volgens periodeplan H3.5 opg. 52 t/m 60, 61, 65 t/m 67
Hoe?	Individueel of in tweetallen
Hulp?	Theorie in boek Buurman/Buurvrouw Docent