Bs 3: Bacteriën en schimmels en Bs 4: Planten en dieren

• Biologie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Thema 4: Ordening

Wat gaan we doen?

• Leerdoelen doornemen
• Uitleg basisstof 3 en 4
• Aan het werk!

Bs 3 Bacteriën en schimmels

Leerdoelen

1. Je kunt de kenmerken van bacteriën noemen.
2. Je kunt de kenmerken van schimmels noemen.
3. Je kunt beschrijven hoe bacteriën en schimmels nuttig zijn voor de mens en de natuur. 
4. Je kunt beschrijven hoe bacteriën en schimmels schadelijk kunnen zijn voor mensen. 

 Bacteriën

Bacteriën zijn erg klein, ze bestaan maar uit één cel. Met het blote oog kan je een bacterie niet zien. Zelfs met een gewone microscoop kan je een bacterie niet zien, alleen met een elektronenmicroscoop wordt bacteriën zichtbaar. Een bacterie plant zich voort door deling. 

Je kunt de kenmerken van bacteriën noemen.

• eencellig
• bestaat uit cytoplasma met daaromheen een celmembraan 

Bacterie

Ongeslachtelijke voortplanting

door deling 

Je kunt de kenmerken van schimmels noemen.

• De meeste schimmels zijn meercellig


• Ze bestaan uit lange dunne draden --> schimmeldraden
• Sommige schimmels vormen sporen in paddenstoelen
• Andere hebben aan het eind van de schimmeldraden sporen

Voorplanting schimmels

• Gisten planten zich voort door deling (knopvorming)
  
• Meercellige schimmels planten zich meestal voort door sporen -> cellen waar nieuwe schimmels uit kunnen ontstaan
  

Paddenstoelen

Dit zijn de vruchtlichamen van meercellige schimmels

In de paddenstoel vormen zich de sporen.

Reducenten (bacteriën en schimmels)

• Voeden zich met resten van dode organismen 
• Breken in onze darmen (!) voedingsstoffen af (er leven miljarden bacteriën in onze darmen!).

Ziekteverwekkers

Bacteriële infecties:

• Longontsteking
• Blaasontsteking

Te behandelen met antibiotica

Schimmelinfecties

• Zwemmerseczeem

Te behandelen met antimycotica -> geneesmiddelen die schimmels doden

Biotechnologie

Met bacteriën:

• yoghurt en zuurkool
• Insuline voor mensen met diabetes
• aspartaam (zoetstof in bijv. limonade)
• wasmiddel (met enzymen gemaakt door bacteriën)

Met schimmels:

• brood, bier en wijn, kaas
• Medicijnen -> de penseelschimmel maakt penicilline 

Bs 4 Planten en dieren

Leerdoelen

1. Je kunt planten indelen door te kijken naar de bouw en de manier van voortplanten.
2. Je kunt dieren indelen door te kijken naar de symmetrie en het skelet.

Planten indelen

• Planten kunnen een- of meercellig zijn.
  
• Meercellige planten bestaan uit weefsels en organen.
  

Voortplanting gaat d.m.v.:

• Sporen (sporenplanten)
  
• Zaden (zaadplanten)

Dieren indelen

Dieren worden ingedeeld a.d.h.v. symmetrie en skelet.

• Symmetrie: niet, tweezijdig of veelzijdig
• Skelet: geen, inwendig of uitwendig

Dieren ordenen

Uiteindelijk worden dieren in zeven groepen ingedeeld:

1. Sponzen
2. Holtedieren (neteldieren)
3. Wormen
4. Weekdieren
5. Geleedpotigen
6. Stekelhuidigen
7. Gewervelden

Aan het werk!

Wat: Bs 3 en 4 van Thema 4 (B3: opdr. 1 t/m 8, B4: opdr. 1 t/m 8 )

Hoe: Voor jezelf,  in stilte

Hulp: Steek je vinger op

Klaar: Nakijken en verbeteren (nakijkboekje in SOM)

Uitkomst: Basisstof 3 en 4 zijn af en nagekeken