Nieuwsbegrip ISK4

1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

visuele beperking
 de beperking
verlamd

Slide 2 - Diapositive

de ploeg
de groep die samen sport
op de kaart zetten
bekendheid geven

Slide 3 - Diapositive

de veteraan = iemand die als soldaat heeft gewerkt
verwant zijn aan = op elkaar lijken

Slide 4 - Diapositive

de categorie = groep waar iets bij hoort
vestigen = zorgen dat er iets komt

Slide 5 - Diapositive

Doel:
- actief lezen

-moeilijke woorden herleiden uit de tekst

Slide 6 - Diapositive

Paralympische spelen

Slide 7 - Carte mentale

Oriënterend lezen:
waar kijken we naar?

Slide 8 - Question ouverte

Wat staat er in de tekst (denk je)?

Slide 9 - Question ouverte

Luisteropdracht
Lees de vragen 
Bekijk de video
Beantwoord de vragen

Slide 10 - Diapositive

luistervragen
• Hoeveel sporters doen er dit jaar mee aan de P S?

• Welke Nederlandse paralympiër won goud op het onderdeel verspringen?
• Wanneer werden de eerste Paralympische Spelen gehouden?
• Wie bedacht de Paralympische Spelen?
• In welke Nederlandse stad werden ook ooit de P S gehouden?
• Hoeveel sporten doen er dit jaar mee aan de P S?





Slide 11 - Diapositive

• Hoeveel sporters doen er dit jaar mee aan de Paralympische Spelen?

Slide 12 - Question ouverte

• Welke Nederlandse paralympiër won goud op het onderdeel verspringen?

Slide 13 - Question ouverte

• Wanneer werden de eerste Paralympische Spelen gehouden?

Slide 14 - Question ouverte

Wie bedacht de Paralympische Spelen?

Slide 15 - Question ouverte

• In welke Nederlandse stad werden ook ooit de P S gehouden?

Slide 16 - Question ouverte

• Hoeveel sporten doen er dit jaar mee aan de P S?

Slide 17 - Question ouverte

3. Hoe zijn de Paralympische Spelen ontstaan?

Slide 18 - Question ouverte

4. Welke sporten worden er beoefend bij de Paralympische Spelen?

Slide 19 - Question ouverte

5. Hoe worden de sporters ingedeeld?

Slide 20 - Question ouverte

6. Wanneer staat het aantal door Nederlanders gewonnen medailles vast?

Slide 21 - Question ouverte

Wat is de betekenis van vertegenwoordigen (r.7)?

Slide 22 - Question ouverte

Wat is de betekenis van de visuele beperking (r.9)?

Slide 23 - Question ouverte

Wat is de betekenis van de aandoening (r.9)?

Slide 24 - Question ouverte

Wat is de betekenis van op de kaart zetten (r. 15)?

Slide 25 - Question ouverte

Wat is de betekenis van de nadruk
(r. 21)?

Slide 26 - Question ouverte

Wat is de betekenis van gelijkwaardige (r. 26)?

Slide 27 - Question ouverte

Tekst lezen

1 Lees de tekst zelfstandig (onderstreep moeilijke woorden)​
2 Lees de tekst hardop in je groepje. ​
   (de voorzitter verdeelt de beurten)​
3 Zoek in de tekst naar de betekenis van de moeilijke woorden​
   (denk aan de strategieën)​
4 Zoek de belangrijkste zin uit iedere alinea. ​
5 Zoek de belangrijkste 10 woorden uit de tekst






Slide 28 - Diapositive

Moeilijke woorden?

Slide 29 - Diapositive

Maken 
op de computer:
basistekst
woordenschat 
andere tekstsoort


Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Woordenlijst maken

1 Geef de Nederlandse betekenis
2 Vertaal het woord in jouw taal
3 Benoem het woordsoort

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Wat heb je vandaag geleerd?*

Slide 34 - Carte mentale