Topondernemers 'De krant van gisteren'

Topondernemers 
'De krant van gisteren'
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
WereldoriëntatieBasisschoolGroep 7

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Topondernemers 
'De krant van gisteren'

Slide 1 - Diapositive

Wat weet je al over de
Oude Grieken?

Slide 2 - Carte mentale

Slide 3 - Lien

Lees de tekst 
Lees de 2 teksten waar een 1 bij staat.

Slide 4 - Diapositive

Wat is een stadstaat?
A
Een land dat uit maar een stad bestaat.
B
Een stad aan een grote straat.
C
Een stad met een eigen regering of koning.
D
Een stad gebouwd op een hoge berg.

Slide 5 - Quiz

Wat waren Athene en Sparta in Griekenland?
A
Kleine provincies.
B
Twee Griekse goden.
C
Twee plekken waar de Olympische spelen werden gehouden.
D
Stadstaten

Slide 6 - Quiz

Werkten de stadstaten goed samen?
A
Ja natuurlijk.
B
Nee, er was regelmatig oorlog.

Slide 7 - Quiz

Noem de 4 belangrijkste stadstaten.
(Let op de spelling...)

Slide 8 - Question ouverte

De Grieken waren een machtig volk. Welke zin klopt hier NIET bij?
A
De Grieken hadden niet 1 rijk met 1 bestuur of regering.
B
De Grieken hadden een verzameling van allemaal kleine staatjes.
C
Elke stadstaat had een eigen taal.
D
Elke stadstaat was een eigen staat.

Slide 9 - Quiz

Alexander de Grote was een van de grootste legerleiders/ veroveraars uit de geschiedenis. Wat maakte hem zo groot?
A
Hij veroverde het ene na het andere land richting India.
B
Hij maakte Athene tot het centrum van de Olympische spelen.
C
Hij bouwde de grootste tempel van de wereld.
D
Hij verhief zichzelf tot Perzische koning.

Slide 10 - Quiz

Wie waren een van de grootste vijanden van de Grieken?
A
De Engelsen
B
De Perzen
C
De Perziken
D
De Fransen

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Lien

Lees de tekst.
Lees de tekst waar een 2 bij staat.

Slide 13 - Diapositive

Enkele Griekse goden waren:
A
Athene, Poseidon en Sparta.
B
Zeus, Plato en Afrodite.
C
Zeus, Poseidon en Afrodite.
D
Athene, Acropolis en Poseidon.

Slide 14 - Quiz

Wie was de oppergod en de god van de hemel?
A
Hera
B
Hades
C
Poseidon
D
Zeus

Slide 15 - Quiz

Aphrodite was de godin van ........
A
de oorlog
B
het huwelijk
C
het goede en het mooie
D
liefde en schoonheid

Slide 16 - Quiz

Welke god was de heerser van de zee?

Slide 17 - Question ouverte

De godin van wijsheid en kunst was....

Slide 18 - Question ouverte

Hoe vereerden de Grieken hun goden?

Slide 19 - Carte mentale

Lees de tekst
Lees tekst 3: Dagelijks leven.

Slide 20 - Diapositive

Mochten alle Griekse kinderen naar school?
A
Ja natuurlijk!
B
Nee, alleen de meisjes.
C
Nee alleen de jongens.
D
Nee, er bestond nog geen school.

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Lien

Lees tekst 4

Slide 23 - Diapositive

Welke Grieken mochten vroeger meedoen aan de Olympische spelen?
A
slaven
B
kinderen
C
vrouwen
D
mannen

Slide 24 - Quiz

Waar werden de Olympische spelen gehouden?
A
In Olympia
B
In Athene
C
In Sparta
D
In Delphi

Slide 25 - Quiz

Waar woonden de belangrijkste Griekse goden?

Slide 26 - Question ouverte

Ter ere van wie werden de Olympische spelen gehouden?

Slide 27 - Question ouverte

De Olympische vlag heeft vijf cirkels. Wat betekenen de cirkels?
A
Ze stellen de 5 belangrijkste goden voor.
B
Ze stellen de 5 werelddelen voor.
C
Ze stellen de 5 grootste steden van Griekenland voor.
D
Ze stellen de eerste 5 atletieksporten voor van de Olympische Spelen.

Slide 28 - Quiz

Wanneer werden de eerste Olympische spelen gehouden?
A
In 776 voor Christus.
B
In 776 na Christus
C
In 1800
D
In 2004

Slide 29 - Quiz

Wat heb ik vandaag geleerd
over de oude Grieken?

Slide 30 - Carte mentale