3.4 De nieren (Uitscheiding)

Thema 3 De bloedsomloop
3.5 De nieren
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Thema 3 De bloedsomloop
3.5 De nieren

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
herhalen vorige les: 3.3 Het hart
nakijken vraag 1, 3, 4 en 7
leerdoelen vandaag
nieuwe theorie: 3.4 De nieren
zelf aan de slag
herhalen leerdoelen

Slide 2 - Diapositive

Sleep de onderdelen naar het hart!
Rechterboezem
Rechterkamer
Linker
boezem
Linkerkamer

Slide 3 - Question de remorquage

Slide 4 - Diapositive

De kamers van het hart pompen het bloed in de:
A
longader en holle ader
B
longslagader en aorta
C
longslagader en holle ader
D
aorta en longader

Slide 5 - Quiz

De aorta komt van ....
A
de linkerkamer
B
rechterkamer
C
linkerboezem
D
rechterboezem

Slide 6 - Quiz

Hoe heet het bloedvat dat bloed brengt naar de rechterboezem?
A
holle slagader
B
holle ader
C
aorta
D
longader

Slide 7 - Quiz

Wat doen je hartkleppen?
A
Zorgen dat bloed niet van boezems naar kamers kan stromen
B
Zorgen dat bloed niet van kamers naar boezems kan stromen
C
Zorgen dat bloed niet van kamers naar bloedvaten kan stromen
D
Zorgen dat bloed niet van bloedvaten naar kamers kan stromen

Slide 8 - Quiz

In het hart zitten de kamers onder de boezems
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quiz

Leerdoelen vandaag
3.5.7 Je kunt de werking van de nieren benoemen.

Bloed uit de organen bevat veel koolstofdioxide. Het bevat ook andere afvalstoffen. De afvalstoffen worden uit het bloed verwijderd.

Slide 10 - Diapositive

Inleiding
Bloed uit de organen bevat veel koolstofdioxide.
Het bevat ook andere afvalstoffen.

De afvalstoffen worden uit het bloed verwijderd.
Biologen noemen dit uitscheiding.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

3.5 De nieren
Uitscheiding vindt plaats in verschillende organen.
Koolstofdioxide wordt bijvoorbeeld uitgescheiden door de longen.

De meeste andere afvalstoffen worden uitgescheiden door de nieren.
Die halen de afvalstoffen uit het bloed en maken er urine van.
De urine plas je uit, waarmee de afvalstoffen uit je lichaam verdwijnen.

Slide 13 - Diapositive

Je hebt 2 nieren.

De nieren liggen in de buikholte.

Eén links en eén rechts.

Slide 14 - Diapositive

Bloed met veel afvalstoffen stroomt naar de nieren.

De nieren halen de afvalstoffen uit het bloed.

Het schone bloed stroomt terug naar het hart door de nieraders.

Slide 15 - Diapositive

3.4 De nieren
De nieren maken urine.
Urine is water met veel afvalstoffen erin.

Via de urineleider gaat de urine naar de urineblaas.
Daar wordt de urine een tijdje opgeslagen.
Als de urineblaas vol is, moet je plassen.
De urine gaat dan uit je lichaam, door de urinebuis.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Ieder anders
-Een nier kost ongeveer: 145.000 euro
- Een gezond hart: 587.000 euro

- Je kunt met één nier ook leven, alleen wel even later checken!

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Slide 22 - Diapositive

vragen ??

Slide 23 - Diapositive

herhalen leerdoelen vandaag
Aan het einde van de les:
- kan je de werking van de nieren benoemen.

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Tekst
Tekst
Uitscheidingsorganen
Koolstofdioxide en water
medicijnen
alcohol
afvalstoffen
Zouten
water
Water, zouten, overtollige vitaminen, afvalstoffen

Slide 26 - Question de remorquage

Nierschors
Niermerg
Nierbekken
Urineleider
1
2
3
4

Slide 27 - Question de remorquage

De nieren
Een nier bestaat uit:
1.  Nierschors
2. Niermerg

3. Nierbekken


Vertel welke functies de onderdelen hebben.
Nierschors
Zuivert bloed.
De afvalstoffen, overtollig water en zouten en allerlei schadelijke stoffen worden uit het bloed gehaald.
Niermerg
Zuivert bloed.
De afvalstoffen, overtollig water en zouten en allerlei schadelijke stoffen worden uit het bloed gehaald.
Nierbekken
Hier worden de stoffen verzameld. De stoffen samen heten urine
Urineleider
via het nierbekken komt de verzamelde urine in de urineleider. Het wordt afgevoerd naar de urineblaas. Daar wordt het opgeslagen zodat je niet elk moment naar de w.c. moet.
Urinebuis
Als de urineblaas vol zit, krijg je aandrang om te plassen.
Via de urinebuis (de plasbuis) verlaat de urine je lichaam. 
Het gezuiverde bloed komt via de nierader terecht in de bloedsomloop.
Het bloed behoudt de bloedcellen en voldoende vocht.

Slide 28 - Diapositive

Zelf aan de slag
3.4 De nieren: lees de tekst en maak de opdrachten:
Klaar? Maak de Test Jezelf

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive