futur simple

Le futur simple
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Le futur simple

Slide 1 - Diapositive

le futur simple    (reg.ww)

Slide 2 - Diapositive

Lesdoel
Aan het eind van deze les kun je de futur simple toepassen 

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Futur simple

De futur simple is de toekomende tijd.


Je gebruikt de futur simple om uit te drukken dat dingen zullen gebeuren.

In het Nederlands vertaal je de futur simple met een vorm van het hulpww 'zullen'+ infinitief

Slide 5 - Diapositive

Futur simple = toekomende tijd

ik zal werken
jij zal fietsen
hij zal lopen
wij zullen eten
jullie zullen spreken
zij zullen kopen

Slide 6 - Diapositive

Ik zal spreken
Hij zal eten
Nous partirons
Jullie zullen uitgaan
Zij zullen vinden
Je parlerai
Il mangera
Wij zullen vertrekken
Vous sortirez
Ils trouveront

Slide 7 - Question de remorquage

rencontrer, futur simple:
elle ...

Slide 8 - Question ouverte

Hij zal eten (futur simple)

Slide 9 - Question ouverte

je - danser - futur simple

Slide 10 - Question ouverte

tu- manger - futur simple

Slide 11 - Question ouverte

Hij zal praten (futur simple)

Slide 12 - Question ouverte

chanter - il - futur simple

Slide 13 - Question ouverte

Geef de futur simple.
donner: ils...

Slide 14 - Question ouverte

Zet nu "perdre" in de Futur Simple.
vous ___________

Slide 15 - Question ouverte

futur simple
perdre: je

Slide 16 - Question ouverte

Futur simple
Choisir: vous

Slide 17 - Question ouverte

De futur simple maak je door de uitgangen van avoir achter het hele werkwoord te plaatsen.


je partirai

tu partiras

il partira

nous partirons

vous partirez

ils partiront

Slide 18 - Diapositive

on (dormir - futur simple)

Slide 19 - Question ouverte

futur simple
perdre: tu

Slide 20 - Question ouverte

Gebruik de futur simple
elle [appeler]

Slide 21 - Question ouverte