Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
1.2 Nederland als koloniale mogendheid
Tijd van Burgers en Stoommachines.
Slide 1 - Diapositive
Deelvraag
Waarom en op welke wijze breidde Nederland in de negentiende eeuw zijn aanwezigheid in Nederlands-Indië verder uit?
Slide 2 - Diapositive
Leerdoelen
Aan het einde van de les:
Kun je uitleggen wat het Cultuurstelsel was en hoe het werkte.
Kun je beschrijven dat Nederland zijn macht over Nederlands-Indië uitbreidde.
Slide 3 - Diapositive
Nederlandse Koloniën
Slide 4 - Carte mentale
Het ''arme'' Nederland
Franse bezetting (1795- 1813)
Slechte relatie tussen Engeland en de Republiek Engeland bezet verschillende gebieden van Nederlandse handelsondernemingen (factorijen) in ''de West'' en in ''de Oost''.
Slide 5 - Diapositive
De Oost
Na de Napoleonistische Oorlogen (1815) kreeg Nederland veel gebieden terug.
VOC was opgeheven dus....gebieden nu van de Nederlandse overheid!
Koning Willem I ging zich er persoonlijk mee bemoeien.
Slide 6 - Diapositive
Oorlog
Willem I breidt de Nederlandse bestuursmacht uit.
Inheemse vorsten zijn niet blij.
Hevigste conflict: Javaoorlog (1825-1830).
Slide 7 - Diapositive
Cultuurstelsel (1830-1870)
Doel: Nederlands-Indië moet weer winstgevend worden voor Nederland.
Met dat geld kan Nederland een modern land worden (wens van Willem I).
Uitvoering onder leiding van Johannes van den Bosch.
Slide 8 - Diapositive
Hoe werkt het?
Javaanse boeren moeten 1/5 deel van hun land verbouwen met voor de Nederlanders interessante producten: koffie, suiker, thee, tabak en indigo.
Javaanse boeren krijgen hiervoor plantloon.
Slide 9 - Diapositive
Hoe werkt het (2)
Javaanse boeren moeten 66 dagen werken voor de Nederlanders, bijvoorbeeld wegen, kanalen en spoorwegen aanleggen.
De Javaanse vorsten krijgen cultuurprocenten. Hoe meer hun boeren leveren, hoe meer cultuurprocenten.
Slide 10 - Diapositive
Gevolgen
Indië was weer winstgevend voor Nederland: Batig Slot.
Javaanse bevolking bezat meer contant geld.
De inlandse bevolking werd uitgebuit: de beste gronden werden aangewezen voor de export.
Niet elke bestuursambtenaar was gelukkig met deze vormen van machtsmisbruik en uitbuiting. Eduard Douwes Dekker schreef (onder het pseudoniem Multatuli) over zijn ervaringen in Indië zijn boek Max Havelaar, of de koffij-veilingen der Nederlandsche Handelmaatschappij.
Slide 11 - Diapositive
Wat is het cultuurstelsel?
A
Regels waardoor boeren in Nederlands-Indië de Nederlanders hebben verjaagd uit hun land.
B
Regels waardoor boeren in Nederlands-Indië als soldaten moesten vechten voor Nederland
C
Regels waardoor boeren in Nederlands-Indië heel rijk zijn geworden
D
Regels waardoor boeren in Nederlands-Indië producten moesten verbouwen voor de handel met Nederland.
Slide 12 - Quiz
Wie voerde het cultuurstelsel in?
A
Johannes van den Bosch
B
Jan Pieterszoon Coen
C
Generaal van Heutsz
D
Koning Willem II
Slide 13 - Quiz
Hoe werkt het cultuurstelsel?
A
Je mag je eigen stukje grond houden
B
1/5 deel verplicht verbouwen voor de Nederlanders
C
Specerijen verbouwen voor de Nederlanders
D
handelsmonopolie opbouwen
Slide 14 - Quiz
Ondernemen
In 1870 werd de Agrarische Wet ingevoerd en kwam er een einde aan het cultuurstelsel.
Particuliere ondernemers mogen in Nederlands-Indië plantages opzetten.
Ook plantages in de Buitengewesten.
Slide 15 - Diapositive
Het Cultuurstelsel werd vervangen door:
A
de Ethische Politiek
B
de oprichting van de NHM
C
de Agrarische Wet
D
herendiensten
Slide 16 - Quiz
Wat was de Agrarische Wet?
A
Een wet uit 1870 waardoor ondernemers plantages konden starten in Nederlands-Indië.
B
Een wet uit 1870 waardoor Javaanse boeren 1,5 deel van hun land moesten afstaan.
C
Een wet uit 1830 waardoor ondernemers plantages konden starten in Nederlands-Indië.
D
Een wet uit 1870 dat ervoor moest zorgen dat Nederlands-Indië weer winstgevend wet.
Slide 17 - Quiz
Harde hand
Vanaf 1830: KNIL (Koninklijk Nederlands-Indisch Leger)
Nederland breidt m.b.v. het KNILkoloniaal gezag uit naar andere eilanden.
Vooral in Atjeh en Lombok kwam de bevolking in opstand
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Ethische politiek
Rond 1900 vonden veel mensen het onrechtvaardig dat Nederland veel verdiende aan de kolonie.
Nederland wil iets terugdoen voor de Indonesische bevolking (Ereschuld)
De nieuwe ideeën werden de ethischepolitiek genoemd.
Slide 21 - Diapositive
De Ethische politiek bestond uit:
Verbetering van het onderwijs in Nederlands-Indië
Irrigatie aanleggen voor betere oogsten
Emigratie bevorderen van dichtbevolkte naar dunbevolkte gebieden
Verbetering gezondheidszorg
Slide 22 - Diapositive
Sleep alles wat te maken heeft met de ethische politiek naar het gele vlak.
Ethische Politiek
Er worden banken opgericht voor de inlandse bevolking
Het koloniale leger wordt versterkt
De inlandse bevolking kreeg betere scholen
De gezondheidszorg werd verbeterd
De bevolking van Nederlands-Indië kreeg stemrecht
Betere infrastructuur werd aangelegd
Slide 23 - Question de remorquage
Waarom en op welke wijze breidde Nederland in de negentiende eeuw zijn aanwezigheid in Nederlands-Indië verder uit?