Hoofdstuk 1 Wie ben je? Wat kun je ? Wat wil je?

• Ondernemend Gedrag
• MBO
• Studiejaar 2

Ondernemend gedrag

Hoofdstuk 1 

Wie ben je ? Wat kun je? Wat wil ik?

Doel: De student onderzoekt zichzelf, zijn (werk)omgeving en verbetermogelijkheden

• Binnen je loopbaan --> wat wil je uit jezelf halen, hoe ga ik mezelf ontwikkelen, waar wil ik naar toe? doelen stellen
• voordat het zover komt moet je eerst je zelf kennen en ook durven kritisch naar jezelf te kijken, maar ook feedback durven vragen

Ondernemend gedrag

2do

• Maken/bijhouden portfolio (O/V)
• Afsluiting met een examen

1. Onderzoekt zichzelf, zijn (werk)omgeving en verbetermogelijkheden
2. Signaleert mogelijkheden voor verandering en innovatie
3. Neemt initiatieven in en voor zijn werk

Portfolio??

Is een verslag waarin je bewijs materiaal verzameld over jou ontwikkeling.

Wat je erin stopt, bewijst en laat zien  wie je bent & wat jij kunt!!

1.1 Wat is ondernemend gedrag

Geen houding maar een Instelling:

• Verantwoordelijkheid nemen
  
• Zelfstandig handelen
  
• Gevoelig voor wat er om je heen gebeurt
  
• Creatief zijn
  
• Dingen willen verbeteren
  
• Zelf na kunnen denken
  
• Dingen aan willen pakken

Ondernemend gedrag binnen je loopbaan -->instelling geen houding blijven ontwikkelen

Gedrag --> is wat je doet en laat zien

Ondernemers rollen

Herken je  eigenschappen /rollen bij jezelf?

Eerlijk zijn naar jezelf toe, maar ook kritisch 

Leer jezelf kennen

Sterkte zwakte analyse

SWOT-analyse 

Vragen die hierbij helpen..

Opdracht 1  SWOT

Leer jezelf kennen:

• Maak een SWOT-Analyse

Maak een SWOT-Analyse

Opdracht 2

Opdracht 2: elevator pitch

• zie its learning 

Feedback

* wie heeft ervaring met het geven van feedback

* voorbeelden benoemen

* waar loop je eventueel tegen aan met feedback geven?

Waar moet je op letten met het geven van feedback??

Feedback geven

De manier waarop je feedback geeft  is van groot belang.

Negatieve feedback

• Kritiek, werkt averechts

Positieve feedback 

• Compliment , helpt om gedrag te veranderen en te verbeteren 

Feedback geven

Een goede Teamleader kan collega’s complimenteren met goede ideeën en mooie prestaties, maar een goede teamleader moet een collega ook  kunnen vertellen wanneer een idee of een prestatie niet goed is.

Aandachtspunten bij het geven van feedback:

• je richt je feedback op het gedrag of idee, dus niet op de persoon  

Een ik-boodschap is: “Ik kan me niet concentreren als ik je hard hoor praten.”

Een jij-boodschap is: “Jij praat te hard.”

• Eerst positief dan negatief 
• Specifiek zijn  (voorkom woorden zoals, altijd , overal, nooit)
• verken samen  oorzaken en oplossingen 
• geef ruimte voor reactie

Door je feedback te richten op gedrag en daden, zorg je ervoor dat deze eerder wordt geaccepteerd dan wanneer je iemand op zijn persoonlijkheid aanspreekt. 

Feedback ontvangen

• Luister naar wat de ander te vertellen heeft
• Schiet niet meteen in de verdediging
• Probeer objectief te blijven kijken naar je prestaties en gedrag
• Kijk samen naar oorzaken en oplossingen

Opdracht 3 het belang van feedback

Stap 1: Bedenk waarom goed gegeven feedback, positief of negatief, belangrijk en nuttig kan zijn?

Stap 2: Wat zijn voor jou de voordelen van het vragen om feedback?

Stap 3: Wat zijn voor jou de risico’s van het geven of aanbieden van negatieve feedback?

Stap 4: Wat zijn de gevolgen van het niet geven van feedback?

Opdracht 4 Feedback op de pitch

Geef feedback op elkaars Pitch:

• Geef concreet aan wat je ziet
• Hoe komt dit over op jou
• Wat zou je deze persoon willen meegeven voor de volgende keer

*maak gebruik van gegeven tips

Stand van zaken

Portfolio opdrachten

1. SWOT-Analyse
2. Elevator Pitch
3. Belang van Feedback
4. Feedback op Pitch
5. POP 

*opdracht 16

POP

Opdracht 5: Persoonlijk ontwikkelingsplan 

Zie Its learning

Presentatie

Opdracht 6 Presenteer jezelf

• min 6 sheets
• 5/10 min

Opdracht 2: 21ste -eeuwse vaardigheden

YouTubeZelf analyse

Opdracht 3: POP 

• https://hetnlpcollege.nl/pop-persoonlijk-ontwikkelingsplan/#Wat_is_een_Persoonlijk_OntwikkelingsPlan_(POP)
• POP 

Opdracht 4 reflectie op POP