Maandag 13 januari

Good
morning!
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Good
morning!

Slide 1 - Diapositive

Rekenen 
Doel: meten met gewicht, inhoud en lengte

Slide 2 - Diapositive

Aan het einde van de les kun je..


Lengtematen omzetten (m, dm, cm en mm)

Slide 3 - Diapositive

Weet je het nog?
1 m = 10 dm = 100 cm = 1000 mm 
4000 mm = 400 cm = 40 dm = 4 m 
6 m = (6 x 10 x 10 x 10) = 6000 mm 

Slide 4 - Diapositive

Kan Het Dametje Met De CM Meten

Slide 5 - Diapositive

Hoeveel centimeter is 1 decimeter?
A
10 cm
B
1 dm
C
0,1 dm
D
0,1 m

Slide 6 - Quiz

90 m = ... cm
A
900
B
9
C
9000
D
0,9

Slide 7 - Quiz

Omtrek
  • Hoe bereken je dus de omtrek

Antwoord:
De omtrek bereken je door alle lengten van de zijden op te tellen

Slide 8 - Diapositive

Omtrek
Wat is de omtrek?
  • Als je ergens om heen loopt, die afstand is de omtrek.
  • Trek er een lijn om en je hebt de omtrek.
  • De omtrek van het vierkant hiernaast is: 5 + 5 + 5 + 5 = 20 cm

Slide 9 - Diapositive

Wegen 
  • 1 kilo is 1000 gram
  • een halve kilo is 500 gram

Slide 10 - Diapositive

1 kilo is
A
10 gram
B
100 gram
C
1000 gram
D
10.000 gram

Slide 11 - Quiz

een halve kilo is
A
50 gram
B
500 gram
C
5000 gram
D
50.000 gram

Slide 12 - Quiz

13 kilo is hoeveel gram?
A
130
B
1300
C
13.000

Slide 13 - Quiz

Omrekenen met liters
Hier kan je hetzelfde ezelsbruggetje voor gebruiken.

Slide 14 - Diapositive

De inhoud van dit pak melk geef ik aan in......?
A
Liter
B
Milliliter
C
Centiliter
D
Deciliter

Slide 15 - Quiz

1 dL = ....mL
A
1
B
0,1
C
10
D
100

Slide 16 - Quiz

50 dl = .... ml
A
500 ml
B
5000 ml
C
50000 ml
D
50 ml

Slide 17 - Quiz

6 dL = ..... mL
A
0,06
B
0,6
C
60
D
600

Slide 18 - Quiz

21 dL= .... mL
A
0,21
B
2100
C
210
D
2,1

Slide 19 - Quiz

18 dl = .................... ml
A
1,8
B
1800
C
180
D
18000

Slide 20 - Quiz