Herhaling deel1

Herhaling deel 1
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Secundair onderwijs

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Herhaling deel 1

Slide 1 - Diapositive


A
Goedemorgen
B
Goedeavond
C
Goededag
D
Goedemiddag

Slide 2 - Quiz


A
Goedemorgen
B
Goedemiddag
C
Goededag
D
Goedeavond

Slide 3 - Quiz

Het is 13.05 uur.
A
Goededag
B
Goedemiddag
C
Goedemorgen
D
Goedeavond

Slide 4 - Quiz

Hoe gaat het met jou?

A
Slecht.
B
Goed. En met jou?
C
Het gaat wel.
D
Het gaat goed met mij. En met jou?

Slide 5 - Quiz

Hoe gaat het met jou?
A
Niet zo goed.
B
Goed. En met jou?
C
Het gaat wel.
D
Slecht.

Slide 6 - Quiz

Afscheid nemen

Slide 7 - Carte mentale



Ik heet Noah. En jij?
Lees het antwoord. 
Schrijf de vraag.

Slide 8 - Question ouverte



Ik ben 14 jaar.
Lees het antwoord. 
Schrijf de vraag.

Slide 9 - Question ouverte

... jij Fawad?

Vul in.
A
Ben
B
Heet
C
Het
D
Is

Slide 10 - Quiz

Goedemorgen. Hoe heet jij?
Aangenaam Elif. 
Hoe oud ben jij?
Tot morgen.
Goedemorgen. Ik heet Elif. 
Aangenaam Marwa. 
Ik ben 12 jaar. 

Tot morgen.

Slide 11 - Question de remorquage

Stel de vraag.
Schrijf het antwoord.

Slide 12 - Question ouverte



Ik kom met de auto naar school.
Lees het antwoord. 
Schrijf de vraag.   

Slide 13 - Question ouverte

Welk lidwoord (artikel)?
... kast
De
Het
Een

Slide 14 - Sondage

Welk lidwoord (artikel)?

... kind
A
Het
B
Een
C
De
D
/

Slide 15 - Quiz

Welk lidwoord (artikel)?

... vrouw
A
Het
B
Een
C
De
D
/

Slide 16 - Quiz

Welk lidwoord (artikel)?

... dochter
A
Het
B
Een
C
De
D
/

Slide 17 - Quiz

Welk lidwoord (artikel)?

... jaar
A
Het
B
Een
C
De
D
/

Slide 18 - Quiz

1 kind
3 ...
A
kinden
B
kinds
C
kinderen
D
kinderens

Slide 19 - Quiz

1 dochter
2...
A
dochters
B
dochteren
C
dokters
D
dochter's

Slide 20 - Quiz

1 zoon
2...
A
zoons
B
zoonen
C
zonen
D
zonnen

Slide 21 - Quiz

1 fiets
4 ...
A
fiets
B
fietsen
C
fiets'en
D
fiets's

Slide 22 - Quiz

Vul in.
... je getrouwd?
Ja, ik ben getrouwd?

Slide 23 - Question ouverte

Vul in.
... woon jij?
In Antwerpen
A
Waar
B
Wanneer
C
Wie
D
Wat

Slide 24 - Quiz

Vul in.
... talen spreek jij?
Ik spreek Oekraïns, Arabisch en Engels.

Slide 25 - Question ouverte

Vul in.
Hoe kom ... naar school? Met de bus.
A
ik
B
jij
C
hij
D
jullie

Slide 26 - Quiz

Wat zeg jij?
A
Wablieft?
B
Watte?
C
Kan jij het herhalen?
D
Asjeblieft

Slide 27 - Quiz

Waar schrijven we een hoofdletter?

dit jaar ging ik op reis naar spanje.
A
Dit
B
Jaar
C
Reis naar Spanje
D
Spanje

Slide 28 - Quiz

Waar schrijven we een hoofdletter?

na maandag komt dinsdag.
A
Maandag
B
Dinsdag
C
Na

Slide 29 - Quiz

Waar schrijven we een hoofdletter?

mijn vriend heet samir.
A
Mijn
B
Samir
C
Vriend

Slide 30 - Quiz

Waar schrijven we een hoofdletter?
frankrijk, januari, slapen, nederlands, mevrouw kato, renault, diepestraat

Slide 31 - Question ouverte

Hallo, hoe heet hij?
Is hij getrouwd?
Heeft hij kinderen?
Welke taal spreekt hij?
Hoe lang woont hij in België?
Hij heet Dani.
Neen, hij is gescheiden.
Ja, hij heeft 3 kinderen.
Hij woont al 2 jaar in België
Hij spreekt Farsi.

Slide 32 - Question de remorquage