4.1 Snelheid

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

4.1 Snelheid

Lesdoelen:

• Je kan uitleggen wat snelheid, gemiddelde snelheid en constante snelheid is;
  
• Je kan snelheden berekenen met een verhoudingstabel.

Lees blz. 106-107-108

Snelheid

Bestaat uit Afstand en Tijd

Je deelt de afstand door de tijd (afstand/tijd)

Afstand in kilometers of meters

Tijd in uren of seconden

km/h of m/s

Ik loop met een snelheid van 5 m/s. Ik loop voor 10 seconde. Welke afstand leg ik af?

1. 5 meter
2. 20 meter
3. 50 meter
4. 80 meter

je rijd 30 kilometer in een half uur
je snelheid is

1. 30 km/h
2. 30 m/s
3. 60 km/h
4. 60 m/s

Gemiddelde snelheid

Totale afstand delen door totale tijd. 

Tussendoor kan je gestopt zijn.

Je hebt een maximale snelheid die groter kan zijn dan de gemiddelde snelheid.

Constante snelheid

De snelheid is op alle tijdstippen even groot.

constante snelheid

Berekeningen NSK

• Gegeven           (uit de tekst halen)
• Gevraagd          (uitschrijven)
• Berekenen        (met verhoudingstabel of formule)
• Antwoord          (met juiste eenheid)

Bij elke berekening zo uitschrijven!

Eenparige beweging

Opdracht 3 en 4 

Doen we samen!

Huiswerk!

WAT?            Opdracht 6-7-8-9-10

HOE?            In het boek

HULP?         Steek je vinger op        

TIJD?           Eerst 5 minuten alleen, daarna samen

KLAAR?      Opdracht 12-13

OOK KLAAR? Opdracht 14-15