Katheterisatie

wat voor soort handeling is katheteriseren?
A
een risicovolle
B
een verpleegtechnische
C
een voorbehouden
D
alle antwoorden zijn goed
1 / 15
suivant
Slide 1: Quiz
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

wat voor soort handeling is katheteriseren?
A
een risicovolle
B
een verpleegtechnische
C
een voorbehouden
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 1 - Quiz

Geef aan hoe nummer 1 t/m 4 heten.

Slide 2 - Diapositive

Katheteriseren kan eenmalig of met ene verblijfskatheter. Geef van beide manieren een indicatie aan om deze in te brengen............

Slide 3 - Question ouverte

Wat is urine retentie, en hoe kan je dit vaststellen?

Slide 4 - Question ouverte

wat zijn complicaties van een blaaskatheter?

Slide 5 - Question ouverte

Aandachtspunten voor inbrengen:
* steriel werken!!!
* handeling goed voorbereiden
* methodisch werken
* zorgvrager goed inlichten
* bij obstructie stoppen
* bij onsteriel werken overnieuw beginnen
* rapporteren maat katheter en inhoud ballon

Slide 6 - Diapositive

Hoe noem je de maat van een katheter?
A
mm
B
charriere
C
cm
D
PVC

Slide 7 - Quiz

verschijnselen UWI

Slide 8 - Carte mentale

Urineweginfectie:
Een urineweginfectie (een blaasontsteking of een nierbekkenontsteking) kan ontstaan door onvoldoende hygiënisch werken bij de verzorging van de katheter of door incontinentie van feces. Via de katheter komen dan micro-organismen in de blaas. Zelfs bij een goede verzorging ontstaat bij een langdurige verblijfskatheter na enkele weken vaak een urineweginfectie.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

wat is geen indicatie voor een blaaskatheter
A
retentie
B
postoperatief
C
flatulatie
D
incontinentie

Slide 11 - Quiz

wat is hematurie?
A
blaaskrampen
B
bloed in urine
C
lekkage van de katheter
D
een blaasontsteking

Slide 12 - Quiz

Hoe noem je de urine die achterblijft in de blaas door retentie?
A
residu
B
labia majora
C
urethra
D
labia minora

Slide 13 - Quiz

via welke weg breng je de blaaskatheter in?
A
ureter
B
urethra

Slide 14 - Quiz

welke katheter gebruik je wanneer je ook continu moet blaasspoelen?
A
eenmalige katheter
B
driewegkatheter
C
dubbelloopskatheter

Slide 15 - Quiz