- IN een zin vertaal je 'ook' met
aussi of
également (voor variatie): J'ai bavardé avec Paul et j'ai
aussi dansé avec lui.
- AAN HET BEGIN VAN een zin vertaal je 'ook' met en plus. En plus, nous avons dansé.
- Aussi aan het begin van de zin kan niet.
- OOK NIET vertaal je niet met aussi, maar met een ontkenning: ne ... pas non plus: Il n'y avait pas d'eau chaude et il n'y avait pas non plus de serviettes dans la salle de bain.
LET OP / AANVULLEND: aussi gebruik je ook bij vergelijkingen = Elle est aussi (even) sportive que moi. Dit kan alleen als je een bijvoeglijk naamwoord gebruikt. Vergelijk je met een zelfstandig naamwoord, dan gebruik je 'autant de/d' = Elle achète autant de vêtements que moi.