Rekenen groep 7 herhaling blok 4/5/6

• Rekenen
• Basisschool
• Groep 7

Rekenen

Herhalingsles blok 4/5/6

Gebruik een kladblaadje!!

In de winkel staan 6576 pakken drinken. Vandaag worden er 321 pakken verkocht. Hoeveel zijn er nog over?

Er zijn 5480 bezoekers op het festival. 698 mensen komen met de fiets en de rest komt met de auto. Hoeveel mensen komen er met de auto?

Welke bouwplaat?

4. x

Van welke figuur is de bouwplaat?

4. x

Welk getal is het kleinst?

1. 4.2
2. 4.8
3. 3.4
4. 3.6

Welk getal is het kleinst?

1. 5.36
2. 5.63
3. 5.34
4. 5.43

Welk percentage hoort bij deze breuk?
1/2

1. 25%
2. 50%
3. 75%
4. 20%

Welk percentage hoort bij deze breuk?
1/4

1. 25%
2. 50%
3. 75%
4. 20%

Welk percentage hoort bij deze breuk?
1/5

1. 10%
2. 25%
3. 20%
4. 50%

Welk percentage hoort bij deze breuk?
1/8

1. 10%
2. 12.5%
3. 25%
4. 50%

Welk percentage hoort bij deze breuk?
3/4

1. 25%
2. 50%
3. 75%
4. 80%

Welk percentage hoort bij deze breuk?
4/5

1. 20%
2. 40%
3. 60%
4. 80%

Welk percentage hoort bij deze breuk?
1/20

1. 1%
2. 5%
3. 10%
4. 20%

Welk percentage hoort bij deze breuk?
6/20

1. 10%
2. 20%
3. 30%
4. 60%

Welk percentage hoort bij deze breuk?
6/8

1. 12.5%
2. 37.5%
3. 50%
4. 75%

Welk percentage hoort bij deze breuk?
3/8

1. 12.5%
2. 25%
3. 37.5%
4. 50%

Welk percentage hoort bij deze breuk?
9/10

1. 9%
2. 90%
3. 75%
4. 50%

Delen van een heel getal door een breuk. 

Hoe zat dat ook alweer?

5:1/2=

Hoe vaak past 1/2 in de 5?

Nu een moeilijkere in een verhaaltjessom

De vloer is 9 meter lang. De vloer wordt betegeld met tegels van 3/10 meter. Hoeveel tegels heb ik nodig?

Som wordt dus 9 : 3/10 =

Vermenigvuldig het hele getal met de noemer van de breuk.

Deel dit dan door de teller

Dus:      9 x 10 = 90         90 : 3 = 30

Ik heb dus 30 tegels nodig!

In een bak zit 3 liter yoghurt. In een klein bakje past 2/10 liter. Hoeveel bakjes kan ik vullen?

1. 10
2. 15
3. 20
4. 30

In een grote bak zit 30 kg snoep. In een zakje gaat 2/6 kg. Hoeveel zakjes kan ik vullen?

1. 30
2. 60
3. 90
4. 180

Een touw is 8 meter lang. Joost knipt stukken van 1/4 meter. Hoeveel stukken heeft hij geknipt?

1. 8
2. 28
3. 32
4. 48

De waterval is 4 meter. Het water stroomt daarna nog 2.35 km verder. Hoeveel meter is dat in totaal?

1. 2.354
2. 23.54
3. 235.4
4. 2354

Van mijn huis naar school is 1.2 km. Dan loop ik daarna nog naar een vriendje en dat is 650 meter. Hoe veel meter moet ik lopen?

1. 1.850
2. 18.5
3. 185
4. 1850

Van mij naar een vriendin is het 8.2 km. Ik stop na 5600 meter bij de pomp om te tanken. Hoeveel meter moet ik nu nog?

1. 2000
2. 2400
3. 2600
4. 2800

Ik had voor Engels de cijfers:
5.4 / 3.2 / 8.1 / 7.3
Wat sta ik nu gemiddeld?

1. 5
2. 5.5
3. 6
4. 6.5

Jan heeft 30 euro, Piet heeft 35.75 en Klaas heeft 24.25 euro.
Hoeveel hebben we gemiddeld?

1. 20
2. 30
3. 40
4. 50

Er zijn 4 koelkasten met verschillende temperaturen.
2.8 / 1.4 / 3.3 / 2.1 / 1.9

1. 2
2. 2.1
3. 2.3
4. 2.5

Morgen maak je de toets van blok 4/5/6

Succes :)