H6 Water examentraining 2024

H6 Water examentraining 2021
1 / 52
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 52 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

H6 Water examentraining 2021

Slide 1 - Diapositive

Hoe ver ben je met de voorbereiding van je Schoolexamen?
Nog niet begonnen
Beetje begonnen
Ik ben begonnen maar nog niet klaar
Ik ben er klaar voor

Slide 2 - Sondage

Slide 3 - Vidéo

Water verdampt uit zee, stijgt op, koelt af, condenseert, vormt een wolk en valt als neerslag boven land. Hier is sprake van:
A
grondwater
B
korte waterkringloop
C
cirkel-irrigatie
D
lange waterkringloop

Slide 5 - Quiz

Hoeveel procent van al het water op de aarde is drinkbaar?
A
1 %
B
5 %
C
10 %
D
20 %

Slide 6 - Quiz

Verhang
Verval 
Het hoogteverschil tussen twee plekken waar de rivier doorheen stroomt. 
Het hoogteverschil in m gemeten over 1 kilometer.

Slide 7 - Question de remorquage

Het verval is 2500meter en de lengte van de rivier is 1250kilometer. Wat is het verhang?
A
12 meter per kilometer
B
2 meter per kilometer
C
6 meter per kilometer
D
20 meter per kilometer

Slide 8 - Quiz

Het verhang= het verval per km
A
Ja zeker!
B
Echt niet!

Slide 9 - Quiz


Wat is een gemengde rivier?
A
Alleen regenwater
B
Alleen smeltwater
C
Regenwater en smeltwater
D
Een kronkelende rivier

Slide 10 - Quiz

Reliëf betekent...
A
grote rivieren
B
uitgestrekte bossen
C
Hoogte verschillen
D
Losliggende stoeptegels

Slide 11 - Quiz

Wat is geen taak van de waterschappen?
A
Zorgen voor een goede waterkwaliteit (schoon water).
B
Zorgen voor voldoende waterkwantiteit (hoeveelheid).
C
Beschermen tegen overstromingen (dijken, duinen, stuwen).
D
Het verkeer op zee regelen (veiligheid)

Slide 12 - Quiz

Worden polders beheerd door Rijkswaterstaat of waterschappen?

A
Rijkswaterstaat
B
Waterschappen

Slide 13 - Quiz

Wat is een delta ?
A
Dat is een bedijkt gebied.
B
Een driehoekig stuk land tussen twee rivieren.
C
Het gebied tussen de vertakkingen van een rivier, bij de uitmonding
D
Het gebied rondom de Delta werken.

Slide 14 - Quiz

Op de kaart zie je delta van welke rivier?
A
De Rijn
B
de Jordaan
C
de Nijl
D
de Tigris

Slide 15 - Quiz

Natuurlijke afwatering
  • Een stroomstelsel bestaat uit een rivier met zijrivieren
  • Een stroomgebied is het gebied waar al het water in dat gebied uiteindelijk via die rivier in zee uitkomt
  • Ze worden gescheiden door waterscheidingen (bv gebergten)

Slide 16 - Diapositive

Sleep de begrippen naar de goede plek in de tekening
verdampen
condenseren
grondwater
neerslag
zout water
zoet water
infiltratie
rivier

Slide 17 - Question de remorquage

Waarom is drinkwater uit oppervlaktewater duurder dan uit grondwater?
A
Oppervlakte water is vuiler dan grondwater
B
Oppervlaktewater is zout
C
Oppervlaktewater is schaars
D
Het is niet waar, het is net andersom.

Slide 18 - Quiz

Hoog Nederland
Laag Nederland

Grond water
Oppervlakte water
Het westen en het noorden
Het zuiden en het oosten

Slide 19 - Question de remorquage

Wat is de belangrijkste oorzaak van brak water in laag Nederland?
A
Regenwater dat zich ophoopt in lage gebieden
B
Opwarming van de aarde door menselijke activiteiten
C
Afvalwater dat in rivieren stroomt
D
Infiltratie van zout water vanuit de zee

Slide 20 - Quiz

Hoe noemen we het proces van het in de grond zakken van water?
A
Nuttige neerslag
B
Infiltratie
C
Grondwater
D
Evapotranspiratie

Slide 21 - Quiz

Wat betekent de "waterbalans"
A
De hoeveelheid water die is er in een gebied
B
De hoeveelheid water die verdampt
C
Het verschil tussen de neerslag en de verdamping
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 22 - Quiz

In welke stad is de nuttige neerslag het laagst?
https://drive.google.com/file/d/1sbDp0UH_usiSQfnvTX68S8Kv_-9uzTFH/view?usp=sharing
A
Istanbul
B
Beirut
C
Teheran
D
Caïro

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Vidéo

Wat is water kwantiteit?
A
Kleur van het water (zoals bij de Gele rivier)
B
De hoeveelheid water
C
Kwaliteit van het water
D
Zoutgehalte van het water

Slide 25 - Quiz

De grootste gebruiker wan water is
A
De industrie
B
De landbouw
C
De veeteelt
D
Huishoudens

Slide 26 - Quiz

Egypte
Turkije / Irak
China
Israel
Huang He
Jordaan
Jangtsekiang
Eufrat
Nijl
Tigris

Slide 27 - Question de remorquage

Welke stelling is waar?
A
Het grondwaterpeil neemt toe in de aquifer in de afbeelding.
B
Een aquifer is duurzaam
C
In de aquifer vind je fossiel water.
D
Hoe dieper, hoe sneller het grondwater stroomt.

Slide 28 - Quiz

Voor welke twee rivieren geldt de volgende beschrijving: Ontspringen in Turkije (berg Taurus -smeltwater)
In de bovenloop veel water
Uitmonding in Persische Golf

Slide 29 - Question ouverte

Voor welke rivier geldt de volgende beschrijving:
Ontspringt in Libanon
Stroomt door Israël, via meer van Tiberias
Bij de uitmonding in de Dode Zee heeft weinig water

Slide 30 - Question ouverte

Hoe heet de grootste hydrocentrale 
in China en in de wereld?

Slide 31 - Diapositive

Welke bewering is juist?

A
Shanghai ligt aan de monding van Chang Jiang
B
De Drie klovendam is de grootste thermocentrale ter wereld
C
De bovenloop van de Nijl ligt in de woestijn.
D
De andere naam van Chang Jiang is Jiang Chang.

Slide 32 - Quiz

Turkije
Israel
Egypte
 Nijl
Meer van Kinneret

Aswandam
Jordaan
National Water Carrier NCW
Eufrat en Tigris
Zuid-oost  Anatolie project

Slide 33 - Question de remorquage

Welke uitspraak over de afbeelding is juist?
A
Egypte heeft de grootste oppervlakte geïrrigeerd akkerland in het Midden-Oosten.
B
In Egypte wordt voor irrigatie vooral oppervlaktewater gebruikt.
C
In Turkije vindt irrigatie alleen in het oosten plaats.
D
In Turkije wordt meer dan 25% van het akkerland geïrrigeerd.

Slide 34 - Quiz

Stuwdammen brengen veel voordelen. Noem een nadeel.

Slide 35 - Question ouverte

Wat is de belangrijkste oorzaak van bodemerosie?
A
Regenval
B
Ontbossing
C
Stadsontwikkeling
D
Landbouwpraktijken

Slide 37 - Quiz

Wat zijn de gevolgen van bodemerosie?
A
Verbetering van landbouwopbrengsten
B
Verlaging van de grondwaterstand
C
Toename van biodiversiteit
D
Verlies van vruchtbare grond

Slide 38 - Quiz

Hoe kan bodemerosie worden voorkomen?
A
Het planten van bomen
B
Intensieve landbouw
C
Bouwen van wegen
D
Chemische bestrijdingsmiddelen gebruiken

Slide 39 - Quiz

Steeds meer gemeenten werken aan maatregelen om wateroverlast in
woonwijken bij hevige buien tegen te gaan.
-> Noem een maatregel die gemeenten hiertegen samen met bewoners
kunnen nemen.

Slide 40 - Question ouverte

De Drieklovendam heeft voor veel narigheid gezorgd in China. Er zijn echter ook voordelen te noemen.
Noem drie voordelen van de Drieklovendam in China.

Slide 41 - Question ouverte

De Gele rivier komt aan zijn naam doordat vruchtbare lössdeeltjes het water een gele kleur geven. Dit komt door het wegspoelen door het water of wegwaaien door de wind van deze lössdeeltjes.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 42 - Quiz

 
Kies uit:                                    

Voor een appel is                liter water nodig​

Voor                gram rundvlees is bijna                  liter water nodig​

Bijna                % van het water op aarde gaat op aan het verbouwen van planten en gewassen. Dat gebeurt vooral door irrigatie​.
De watervoetafdruk van voedsel is                .​



70
100
40 
2000
groot 

Slide 43 - Question de remorquage

Wat zijn de gevolgen van de ontbossing op de hellingen van de Yangtze?

Slide 44 - Question ouverte

De aanleg van de Drieklovendam heeft voordelen en nadelen gehad.

Door deze aanleg is het waterpeil … ? … (stroomafwaarts / stroomopwaarts) van de Drieklovendam flink gestegen.
A
stroomafwaarts
B
stroomopwaarts

Slide 45 - Quiz

Gletsjer 
Gletsjerdal
Bovenloop
Middenloop
Benedenloop

Slide 46 - Question de remorquage

Wat was de belangrijkste menselijke oorzaak voor overstromingen in de Yangtze?
A
Ontbossing
B
Bodemerosie
C
Aanleg stuwdammen
D
Uitbreiding steden

Slide 47 - Quiz

Wat is de functie van een boezem?
A
Het creëren van recreatiegebieden.
B
Het beschermen van de kustlijn.
C
Het opvangen en tijdelijk bergen van overtollig water.
D
Het verbouwen van gewassen.

Slide 48 - Quiz

Als de uiterwaarden bij Deventer worden afgegraven, is het effect van
deze maatregel ook te merken bij andere plaatsen aan de IJssel.
Bij welke plaatsen is dit effect het grootst?
A
Zutphen en Zwolle
B
Velp en Kampen
C
Zutphen en Zwolle
D
Zwolle en Kampen

Slide 49 - Quiz

Waarom zijn retentiegebieden belangrijk?
A
Ze zorgen voor meer biodiversiteit.
B
Ze verminderen de kans op overstromingen.
C
Ze verminderen de luchtvervuiling.
D
Ze verhogen de watervoorziening.

Slide 50 - Quiz

Bevaarbaarheid van een rivier 
Stuwen
Kribben
Kanalisering
Helpt verhang te overbruggen
Voorkomt meanderen
Reguleert debiet
Verhoogt de stroomsnelheid
Helpt vaargeul op diepte houden

Slide 51 - Question de remorquage

Succes met de examen!

Slide 52 - Diapositive