Quiz D&P

• Mentorles
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 3

Quiz D&P Facilitair 

Schooljaar '22 - '23

Quiz D&P Foodtruck

De 5 W’s en de H die altijd in een draaiboek moeten staan zijn:

1. Wat, waar, wie, wanneer, waarmee en hoeveel
2. Wat, waar, waarom, wanneer, waarmee en hoe
3. Wat, waar, wie, waarom, waarmee en hoeveel
4. Wat, waar, wie, wanneer, waarmee en hoe

Cafés rekenen we tot de:

1. drankenverstrekkende bedrijven
2. maaltijdenverstrekkende bedrijven
3. logiesverstrekkende bedrijven

Vakantieparken rekenen we tot de:

1. drankenverstrekkende bedrijven
2. maaltijdenverstrekkende bedrijven
3. logiesverstrekkende bedrijven

Bars rekenen we tot de:

1. drankenverstrekkende bedrijven
2. maaltijdenverstrekkende bedrijven
3. logiesverstrekkende bedrijven

Fastfoodbedrijven rekenen we tot de:

1. drankenverstrekkende bedrijven
2. maaltijdenverstrekkende bedrijven
3. logiesverstrekkende bedrijven

Hotels rekenen we tot de:

1. drankenverstrekkende bedrijven
2. maaltijdenverstrekkende bedrijven
3. logiesverstrekkende bedrijven

Waarvoor staat de afkorting HACCP?

1. Hazard analysis critical control points
2. Hazard analysis control check point
3. Havard analysis check control potential
4. Havard avantage check control potential

Wat is kruisbesmetting?

1. Kruisbesmetting is dat een schoongewassen product in contact komt met een ongewassen product.
2. Kruisbesmetting is dat een rauw product in contact komt met een bereid product.
3. Kruisbesmetting is dat bacteriën elkaar kruisen en er nieuwe bacteriën ontstaan.

Een gele snijplank wordt gebruikt voor:

1. Brood en kaas
2. gegaard vlees
3. rauw vlees
4. gevogelte

Een witte snijplank wordt gebruikt voor:

1. Brood en kaas brood en kaas​​ ​
2. gegaard vlees. ​
3. rauw vlees
4. vis

Een rode snijplank wordt gebruikt voor:

1. Brood en kaas brood en kaas​​ ​
2. gegaard vlees. ​
3. rauw vlees
4. gevogelte

Een bruine snijplank wordt gebruikt voor:

1. Vis brood en kaas​​ ​
2. gegaard vlees. ​
3. rauwkost/groentes/fruit
4. gevogelte

Quiz D&P Festival van het geld

Keurmerken hebben vaak tot doel:

1. Fabrikanten stimuleren om gezonde(re) en duurzame producten te ontwikkelen
2. Fabrikanten helpen meer producten te verkopen
3. Consumenten helpen een bewuste keuze te maken

Er zijn verschillende soorten keurmerken:

- Kwaliteitskeurmerken

- Herkomstkeurmerken

       - Gezondheidskeurmerken

           -Duurzaamheidskeurmerken

Dit keurmerk let op punten als dierenwelzijn, eerlijke handel en milieu.

1. Kwaliteitskeurmerken
2. Herkomstkeurmerken
3. Gezondheidskeurmerken
4. Duurzaamheidskeurmerken

Hierdoor weet je waar een product vandaan komt.

1. Kwaliteitskeurmerken
2. Herkomstkeurmerken
3. Gezondheidskeurmerken
4. Duurzaamheidskeurmerken

Deze keurmerken helpen je bij het kiezen voor producten met een bepaalde samenstelling, bijvoorbeeld zonder gluten.

1. Kwaliteitskeurmerken
2. Herkomstkeurmerken
3. Gezondheidskeurmerken
4. Duurzaamheidskeurmerken

Door dit keurmerk weet je hoe het is gemaakt.

1. Kwaliteitskeurmerken
2. Herkomstkeurmerken
3. Gezondheidskeurmerken
4. Duurzaamheidskeurmerken

Quiz D&P Wereldreis

Wat is vliegschaamte?

1. Dat je je schaamt om te vliegen in verband met het milieu.
2. Dat je je schaamt om te vliegen met een goedkope vliegmaatschappij.
3. Dat je je schaamt omdat jij wel kan vliegen en armere mensen niet.

In Canada moeten winkels zelf acties bedenken om klanten minder plastic tasjes te laten gebruiken. Een winkel bedacht tasjes met opdruk die 'voor schut' was. Bijvoorbeeld reclame voor wrattenzalf. Waarom mislukte de actie?

1. Het boeide mensen niet wat er op de plastic tasjes stond
2. Mensen vonden de plastic tasjes te duur
3. Mensen vonden de plastic tasjes zo leuk dat ze er juist meer gingen gebruiken
4. Mensen hebben altijd hun eigen tas bij zich

Wat is 'smog'?

1. Watervervuiling
2. Een huidziekte
3. bijdehand doen
4. Luchtvervuiling

Kies telkens: is het schone of vuile energie?
Waterkracht energie:

1. Schoon
2. Vuil

Kies telkens: is het schone of vuile energie?
Steenkolen energie:

1. Schoon
2. Vuil

Kies telkens: is het schone of vuile energie?
Geothermische energie:

1. Schoon
2. Vuil

Kies telkens: is het schone of vuile energie?
Olie:

1. Schoon
2. Vuil

Kies telkens: is het schone of vuile energie?
Wind energie:

1. Schoon
2. Vuil

De bloeddrukmeter geeft twee waardes aan. de druk op het moment dat je hart pompt is de:

1. Bovendruk
2. onderdruk

Als je je inspant wordt je bloeddruk:

1. Hoger
2. Lager

het aantal keren dat je hart per minuut pompt noemen we:

1. Het hartslagritme
2. De Hartslagsequentie
3. De Hartslagfrequentie
4. De hartslaginterval

Stel je voor: Nathalie heeft een bloeddruk van 159 / 99. Hoeveel is de bovendruk?

1. 159
2. 99
3. 159-99=60

De bloeddruk van Nathalie (159 / 99) is :

1. Laag
2. Normaal
3. Hoog