Grammatica WS: zww, kww en hww

Welkom!

Ga rustig zitten, pak je leesboek en start met lezen!
timer
10:00
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom!

Ga rustig zitten, pak je leesboek en start met lezen!
timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

Zelf aan de slag
In SOM onder bijlagen vind je een oefening.

Maak de oefenopdrachten.

Ben je klaar?
1. Maak een start met de oefentoets.
2. Huiswerk ander vak afmaken.
2. Lezen in je leesboek.

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het eind van deze les...

  • ... kun je zelfstandig werkwoorden, hulpwerkwoorden en koppelwerkwoorden in een zin herkennen.


Slide 3 - Diapositive

Zelfstandig werkwoord
  • Een zelfstandig werkwoord is het belangrijkste werkwoord in de zin.
  • Er staat altijd maar één zelfstandig werkwoord in een zin!
  • Heeft een zin maar één werkwoord? Dan is het altijd een zelfstandig werkwoord.
  • Een zin kan niet zonder een zelfstandig werkwoord (zww)!
  • Als een zelfstandig werkwoord weggelaten wordt in een zin, dan klopt de zin niet meer


Slide 4 - Diapositive

Hulpwerkwoord
Meer werkwoorden in de zin?
  • Dan is er (minstens) één het hulpwerkwoord.
  • Het hulpwerkwoord geeft "hulp" aan het zelfstandige werkwoord. 
  • Het hulpwerkwoord heeft zelf geen duidelijke betekenis. 

Ik heb gegeten.
Dit moet verwijderd worden.

Slide 5 - Diapositive

Wat is het hulpwerkwoord?
Ik ben naar de kapper geweest.
ben=
A
hww
B
zww

Slide 6 - Quiz

Voorbeeld van een hulpwerkwoord?
A
schaatsen
B
zijn

Slide 7 - Quiz

'Fietsen' kan een hulpwerkwoord zijn.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

De persoonsvorm is altijd een hulpwerkwoord.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Koppelwerkwoorden
Een naamwoordelijk deel is altijd gekoppeld aan het OW door een koppelwerkwoord.

ZW
ABBELS + HDV

Slide 10 - Diapositive

Voorbeelden
Marco is afwezig.                              is = koppelwerkwoord
Marco is afwezig geweest.           is = hulpwerkwoord
Marco is weer op school.               is = zelfstandig werkwoord

LET OP: als 'zijn' een plaats aangeeft is het géén kww maar zww

Slide 11 - Diapositive

Is het onderstreepte werkwoord een koppelwerkwoord of een zelfstandig werkwoord.
Koppelwerkwoord 

Zelfstandig werkwoord

Ze is dierenarts geweest.
Gister heb ik op school de hele dag geleerd.
Lisa is vorig jaar tandarts geworden.

Slide 12 - Question de remorquage

Zelf aan de slag
In SOM onder bijlagen vind je een oefening.

Maak de oefenopdrachten.

Ben je klaar?
1. Maak een start met de oefentoets.
2. Huiswerk ander vak afmaken.
2. Lezen in je leesboek.

Slide 13 - Diapositive

Lesdoelen: behaald?
- Kun je de hww, kww en zww al goed herkennen?

- Met welk woordsoort/welke woordsoorten wil je nog oefenen?

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive