Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Optellen en aftrekken
Week 36
Rekenen klas 1/2
Slide 1 - Diapositive
Vorige les
Decimale getallen
Slide 2 - Diapositive
Decimale getallen
Decimale getallen zijn getallen met een komma. De cijfers achter de komma heten decimalen.
Bijvoorbeeld Het getal 4 is geen decimaal getal. Het getal 4,2 heeft 1 decimaal. Het getal 4,23 heeft 2 decimalen. Een getal kan oneindig veel decimalen hebben.
Slide 3 - Diapositive
Vandaag
- Uitleg optellen en aftrekken
- Oefeningen maken
- Blooket rekenen
Slide 4 - Diapositive
Lesdoel
• gehele getallen en decimale getallen bij elkaar optellen.
• gehele getallen en decimale getallen van elkaar
aftrekken.
• de begrippen som en verschil gebruiken.
Slide 5 - Diapositive
Optellen
Soms moet je getallen bij elkaar optellen.
Het antwoord is de som van de getallen.
4 + 5 = 9 9 is de som van 4 en 5
4,2 + 5,6 = 9,8 9,8 is de som van 4,2 en 5,6
Slide 6 - Diapositive
Optellen
Als je kommagetallen zonder rekenmachine moet optellen,
schrijf je komma getallen onder elkaar op.
Zorg er dan voor dat de komma's van beide getallen recht onder elkaar staan.
Slide 7 - Diapositive
Aftrekken
Soms moet je getallen van elkaar aftrekken.
Het antwoord is het verschil van de getallen.
5 − 2 = 3 3 is het verschil van 5 en 2
5,6 − 4,2 = 1,4 1,4 is het verschil van 5,6 en 4,2
Slide 8 - Diapositive
Aftrekken
Optellen en aftrekken gaat natuurlijk gemakkelijker met je rekenmachine.
Maar let dan wel op: soms moet je een punt gebruiken in plaats van de komma!
Slide 9 - Diapositive
Opdrachten
https://maken.wikiwijs.nl/57051/#!page-1978559
Slide 10 - Diapositive
Lesdoel
• gehele getallen en decimale getallen bij elkaar optellen.