thema 3 - les 6

Thema 3 - les 6
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Thema 3 - les 6

Slide 1 - Diapositive

de bevalling
Het moment dat een baby geboren wordt.

Slide 2 - Diapositive

De navelstreng
Een koord waarmee de baby in de buik verbonden is met zijn moeder. Door de navelstreng gaat bloed van de moeder naar de baby. Als de baby geboren is, wordt de navelstreng doorgeknipt. 

Slide 3 - Diapositive

De vroedvrouw
Een vrouw die voor haar beroep helpt bij bevallingen.

Slide 4 - Diapositive

De kraamvrouw = een vrouw die net bevallen is. 
Een vrouw die net bevallen is. 

Slide 5 - Diapositive

Welke mensen kunnen er nog meer bij een bevalling aanwezig zijn?

Slide 6 - Question ouverte

Wat gebeurt er kort na de bevalling?

Slide 7 - Carte mentale

Goedkeurend
Afkeurend

Slide 8 - Diapositive

We lezen samen de tekst op blz. 84 en 85. 

Slide 9 - Diapositive

Het moment dat een baby geboren wordt.
A
De navelstreng
B
De bevalling
C
De kraamvrouw
D
De vroedvrouw

Slide 10 - Quiz

De vrouw die helpt bij de bevalling:
A
de kraamvrouw
B
de vroedvrouw

Slide 11 - Quiz

Je laat merken dat je er mee eens bent.
A
goedkeurend
B
afwijzend

Slide 12 - Quiz

Het gebeurt altijd zo, dat is dus …..

Slide 13 - Question ouverte

Ik kan het niet langer aanzien en moet iets doen. Ik ga......

Slide 14 - Question ouverte

Wat gebeurde er toen jij werd geboren?
Beschrijf het kort en gebruik de woorden: de navelstreng, de vroedvrouw en de kraamvrouw.

Slide 15 - Question ouverte