psychiatrische ziektebeelden

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 4

Wat gaan we doen?

• Verdeling psychiatrische ziektebeelden
• Theorie van verschillende psychiatrische stoornissen en het verwerken in opdrachten.

Spel :

• psychosen; Vannessa en Jill Bordspel
•  stemmingsstoornissen Gera, Fleur en Cheyenne Woordzoeker
• angststoornissen; Marit- Jody en Lilli Memory
• eetstoornissen en verslavingen; Linda- Merwin en Esther Kwartet
• ADHD; Christina, Amber en Eveline Puzzel
•  autisme; Milou, Tessa, Fatima en Jorn Quiz
• depressie : Diana- Rianca en Djenna   Domino

Plan van aanpak

Eindopdracht 1

VOLGENDE WEEK!

Welke psychische stoornissen ken jij?

Wat is een psychiatrische ziekte?

ziektes die het dagelijkse leven van mensen verstoren en waarbij het nodig kan zijn om behandelingen/therapie te ondergaan, soms in combinatie met medicijnen.

psychiatrische ziekte

last van stoornissen bij: - het denken

                                                   - de emoties

                                                   - het gedrag

behandeling en begeleiding:

-wonen en werken in eigen omgeving; met een aantal keer per  maand therapie en/of medicijnen.

-thuis wonen met meer hulp, therapie en/of medicijnen.

-opname GGZ instelling: -wekelijkse behandeling niet genoeg

                                                     -gevaar voor zichzelf

                                                     -gevaar voor anderen

-opname is niet permanent: na periode van behandeling naar huis.

Categorieën in de psychiatrie 

• Acute psychiatrie (crisis behandeling)
• Langdurige psychiatrie (stoornis langer dan 2 jaar)
• Ouderenpsychiatrie (psychische problemen bij ouderen)
• Kinder- en jeugdpsychiatrie (kinderen/jongeren tot 18 jaar)
• Verslavingspsychiatrie (combinatie van verslaving en psychisch probleem)

Het stellen van een diagnose

De DSM 5 classificeert psychische stoornissen op basis van symptomen en gedrag.

De DSM-5 is opgesteld door wetenschappers en psychiaters om een poging te doen normaal van abnormaal te onderscheiden.

00:46

Welke psychische stoornis is dit?

00:28

Welke psychische stoornis is dit?

00:27

Welke psychische stoornis is dit?

00:30

Welke psychische stoornis is dit?

Opdracht

• Wat is belangrijk in de begeleiding bij iemand met angststoornissen?
• Wat is belangrijk in de begeleiding bij iemand met een depressie?
• Wat is belangrijk in de begeleiding bij iemand die manisch depressief is?
• Wat is belangrijk in de begeleiding bij eetstoornissen?

Verschillende soorten persoonlijkheidsstoornissen

Opdracht

• Werk in groepjes .
  
• Maak een onderscheid tussen de 10 verschillende persoonlijkheidsstoornissen.
• Bedenk voor elke persoonlijkheidsstoornis 4 unieke eigenschappen/kenmerken/feiten.

Schizofrenie

• Schizofrenie is een ziekte waarbij iemand kwetsbaar is voor het krijgen van psychoses. Iemand heeft dan last van bijvoorbeeld wanen of hallucinaties. Of allebei.
•  Vaak vertoont iemand ook negatieve symptomen.
• Erfelijkheid speelt hierbij een rol.
• Dopamine speelt een belangrijke rol bij schizofrenie

Opdracht

Vorm 4 groepen

Elk groepje begint bij een flap, na 2 minuten draaien we door en vul je de flap aan met jullie bevindingen.

1. Wanen en hallucinaties
2. Negatieve symptomen bij schizofrenie (voorbeelden)
3. Rol van dopamine bij schizofrenie
4. Begeleiding bij Schizofrenie

Welk onderstaande opmerking is kloppend bij Boulimia Nervosa?


C. Vooral perioden van streng lijnen


Welk onderstaande opmerking is kloppend bij Boulimia Nervosa

1. Eetbuien afgewisseld met braken, laxeren of perioden van streng lijnen
2. Lichaamsbeeld is niet verstoord 
3. Vooral perioden van streng lijnen
4. Vooral voedingsadviezen hebben zin

Welk specifiek gedrag kenmerkt iemand met borderline

1. Abrupte veranderingen in gevoelens, stemmingen, relatie, zelfbeeld en gedrag
2. Flexibel kunnen reageren op alle eisen van de dag 
3. Kan de eigen impulsen goed beheersen
4. Makkelijk te herkennen gedrag 

Welk onderstaande opmerking is kloppend bij schizofrenie?

1. Het openbaart zich vooral op oudere leeftijd, vaak tussen de 50 en 70e levensjaar
2. Je kunt prima functioneren in de maatschappij en ondervindt geen hinder van je stoornis
3. Je maakt vaak langdurige en of meerdere psychosen door en in de tussentijd functioneer je niet goed 
4. Je overtuigingen en gedachten komen met de werkelijkheid overeen.

Wat is je bijgebleven?

Wat vond je van deze les?

😒🙁😐🙂😃