H2A herhaling + lezen

1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive



Telefoon in je Zakkie op tafel! 
Spullen (dicht) op tafel: Boy7
 & (start met NUMO)







Slide 2 - Diapositive

Agenda
  1. NUMO (hulp nodig?) - start bij binnenkomst
Let op: oefentaak voor toets staat klaar
  1. Lezen
  2. Boekopdracht 
  3. Morgen/donderdag
timer
10:00

Slide 3 - Diapositive

Lezen
Wil je feedback op je ideeën voor de boekopdracht? Deze week!

timer
10:00

Slide 4 - Diapositive

Hoofdstuk 7 KERN
Herkenbaarheid + sympathie -> identificatie 


Emotionele spanning: wanneer je meer weet dan de 
personages en je wilt (bijvoorbeeld) waarschuwen


Intellectuele spanning: wanneer je minder of net zo veel weet 
als de personages en je wilt meepuzzelen/achter iets komen wat 
de personages al weten. 

Slide 5 - Diapositive

Hoofdstuk 8 KERN
Ik-verteller

Personale verteller 

Auctoriaal verteller 

(meervoudig perspectief)


Slide 6 - Diapositive

Morgen/donderdag
Morgen: laptop mee! Herhaling via LU

Slide 7 - Diapositive

Hulp?

 Docent bij vragen

Klaar?
NUMO

Opdracht 

Slide 8 - Diapositive

timer
2:30


Telefoon in je Zakkie op tafel! 
Spullen (dicht) op tafel: Boy7
 & (start met NUMO)







Slide 9 - Diapositive

Agenda
  1. NUMO (hulp nodig?) - start bij binnenkomst
Let op: oefentaak voor toets staat klaar
  1. LessonUp herhaling
  2. Morgen
timer
5:00

Slide 10 - Diapositive

Wat is het tekstdoel?
Wat is het tekstdoel?
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overhalen
D
Uitleg geven

Slide 11 - Quiz

Een beschouwing heeft als doel de lezer te overtuigen.
A
Onjuist
B
Juist

Slide 12 - Quiz

Tekstdoelen

Een nieuwsbericht heeft als tekstdoel:
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren

Slide 13 - Quiz

Noem de leesstrategieën die je kent.

Slide 14 - Question ouverte

Als ik iets opzoek in het woordenboek, gebruik ik de leesstrategie:
A
Globaal lezen
B
Zoekend lezen

Slide 15 - Quiz

Welke zin bevat GEEN tangconstructie?
A
Mijn broer, die van gamen houdt, heeft een nieuw spel gekocht.
B
Hij draaide zich, terwijl hij zijn naam hoorde, om en lachte.
C
De koning gaf mij, terwijl ik ziek was, een hand.
D
Ik draaide me om en keek naar mijn klasgenoot achter mij.

Slide 16 - Quiz

Is wat in de krant staat altijd waar?

Slide 17 - Question ouverte

Waar let je op bij 'duidelijk schrijven'?

Slide 18 - Question ouverte

Waar let je op bij 'boeiend schrijven'?

Slide 19 - Question ouverte

Waar let je op bij 'amuserend schrijven'?

Slide 20 - Question ouverte

Wat doet een redactie?

Slide 21 - Question ouverte

Met welke leesstrategie bepaal je de hoofdgedachte?
A
Intensief lezen
B
Zoekend lezen
C
Globaal lezen

Slide 22 - Quiz

Wat doe je als je de woordraadstrategie 'zoek een synoniem' gebruikt?

Slide 23 - Question ouverte

Noteer de betekenis van het onderstreepte woord. Maak gebruik van een woordraadstrategie. Noteer welke woordraadstrategie je hebt gebruikt.
Is Amber altijd zo heroïsch of kan ze soms ook een angsthaas zijn?

Slide 24 - Question ouverte

Noteer de betekenis van het onderstreepte woord. Maak gebruik van een woordraadstrategie. Noteer welke woordraadstrategie je hebt gebruikt.
Is er in deze klas een meerderheidsstandpunt over het gebruik van mobieltjes?

Slide 25 - Question ouverte

Noteer het meewerkend voorwerp (mw vw/ indirect object)

|Volgens de woordvoerder van PostNL | kunnen |postbodes | heel goed |als wijkbewaker |optreden.

Slide 26 - Question ouverte

Benoem de woordsoorten: Gaan jullie vanavond
naar het feestje van die nieuwe vriend van Kees?
timer
2:00

Slide 27 - Question ouverte

Wat is de bijwoordelijke bepaling/wat zijn de bijwoordelijke bepalingen in deze zin?

Hij is op de fiets gekomen.

Slide 28 - Question ouverte

Welke drie soorten werkwoorden zijn er?

Slide 29 - Question ouverte

Morgen
Filmen

Herhaling

Slide 30 - Diapositive