Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
T1 Uitgaan - Woordenschat
T1 Uitgaan - Woordenschat
1 / 20
suivant
Slide 1:
Diapositive
Taal
Basisschool
Groep 7,8
Cette leçon contient
20 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositive de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
T1 Uitgaan - Woordenschat
Slide 1 - Diapositive
Wat is jezelf amuseren?
A
jezelf vermaken
B
jezelf irriteren
C
jezelf nadoen
D
jezelf leuk vinden
Slide 2 - Quiz
wanneer bepaal je iets voor iemand?
A
Als je zelf laat kiezen
B
Als je alles beslist
C
Als je het voordoet
D
Als je net doet alsof
Slide 3 - Quiz
Wanneer ben je blut?
A
Als je veel geld hebt
B
Als je gemiddeld geld hebt
C
Als je weinig geld hebt
D
Als je geld op is
Slide 4 - Quiz
Wat doe je op de bowlingbaan?
A
bowlen
B
skeeleren
C
rennen
D
wandelen
Slide 5 - Quiz
Wanneer is iets charmant?
A
Als mensen het niks aan vinden
B
Als mensen het leuk vinden
C
Als het saai is
D
Als het grappig is
Slide 6 - Quiz
Er zitten circa 30 kinderen in de klas.
wat betekent circa?
A
maximaal
B
ongeveer
C
minimaal
D
precies
Slide 7 - Quiz
Voor het gala vanavond komt iedereen in deftige jurken en mooie pakken.
A
waar
B
niet waar
Slide 8 - Quiz
het is indrukwekkend dat er zoveel mensen zijn gekomen naar het gala.
wat betekent indrukwekkend?
A
het is bijzonder
B
het is heel normaal
C
het maakt veel indruk
Slide 9 - Quiz
Die jongen is zo joviaal! hij groet iedereen die hij tegenkomt!
A
niet waar
B
waar
Slide 10 - Quiz
wat doe je bij een karaokeavond?
A
zelf een lied schrijven
B
meezingen met de muziek
C
luisteren naar muziek
D
de muziek nazingen
Slide 11 - Quiz
de nachtbus komt zo om 11.00uur. hij brengt ons vandaag naar de dierentuin.
A
waar
B
niet waar
Slide 12 - Quiz
ik dof me even op voor de avond.
wat betekend opdoffen?
A
vervelen
B
uiteten
C
klaarmaken
Slide 13 - Quiz
Ik kan wel een oppepper gebruiken na die nacht zonder slaap..
wat betekent oppepper?
A
iets waardoor je meer energie krijgt.
B
iets waar je nog moeier van wordt.
C
iets waar je lekker van slaapt.
D
iets waardoor je geen zin hebt in de dag
Slide 14 - Quiz
vanavond gaan wij naar de schouwburg voor een concert.
A
waar
B
niet waar
Slide 15 - Quiz
een sofa is een lekker matras om te slapen.
A
waar
B
niet waar
Slide 16 - Quiz
wat is een sofa dan wel?
A
een stoel
B
een bank
C
een tafel
D
een plant
Slide 17 - Quiz
wat is een ander woord voor swingen?
A
dansen
B
rennen
C
lopen
D
fietsen
Slide 18 - Quiz
wat is een verwennerij?
A
allemaal lekkere dingen
B
een maaltijd die je niet zo lekker vind
Slide 19 - Quiz
een wegrestaurant zit midden in de stad. je kunt daar lekker makkelijk en snel eten.
A
waar
B
niet waar
Slide 20 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
Whatsapp en wat als
Novembre 2021
- Leçon avec
37 diapositives
Wereldburgerschap
Hoger onderwijs
Niets verspild
Janvier 2023
- Leçon avec
32 diapositives
Wereld
Lager onderwijs
groep 7 3.3 themawoorden, leenwoorden, verkleinwoorden bezittelijk vnw hoofdzinnen
Novembre 2022
- Leçon avec
33 diapositives
De huiddiagnose, huidanalyse
Août 2024
- Leçon avec
44 diapositives
Bio-esthetiek
Secundair onderwijs
Thermometer
il y a 3 jours
- Leçon avec
31 diapositives
GASV
Buitengewoon secundair onderwijs
Secundair onderwijs
Context van de zorgvrager les 7 UG
Janvier 2022
- Leçon avec
49 diapositives
Directe zorg
Secundair onderwijs
W.O. - Thema ziek zijn
Septembre 2023
- Leçon avec
34 diapositives
W.O.
Lager onderwijs
Pedagogische vaardigheden
Février 2024
- Leçon avec
44 diapositives
Opvoedkunde
Secundair onderwijs