boek A, herhaling en oefenen vragen par 4.1 p118-122

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

boek A, herhaling en oefenen vragen par 4.1 p118-122

Inhoud

*lezen

*oefenen vragen

*maken vragen

*bespreken vragen

Lezen

Lees de leerteksten:

-'Het begin van de oorlog'  p119

-'Het verloop en einde van de oorlog'  p120

-'Jodenhaat in Duitsland' p121

-'Volkerenmoord ' p122

Oefenen vragen

gebruik je laptop

Wat is geen voorbeeld van de geallieerden?

1. Verenigde staten
2. verenigd koninkrijk
3. Sovjet Unie (Rusland)
4. Italië

Wat is geen voorbeeld van een as-mogendheid?

1. Duitsland
2. Italië
3. Canada
4. Japan

In welk jaren begon en eindigde de tweede wereld oorlog?

1. 1939-1944
2. 1939-1945
3. 1938-1944
4. 1938-1945

Welk land werd in 1939 binnengevallen? Hierdoor begon de tweede wereld oorlog.

1. Oostenrijk
2. Ierland
3. Polen
4. Tsjechië

Hitler zei dat Duitsland niet meer woonruimte nodig had.

1. juist
2. onjuist

Hitler vond dat Sudetenland bij Duitsland hoorde.

1. juist
2. onjuist

Britse en Franse regeringsleiders besloten dat Tsjechoslowakije Sudetenland aan Duitsland moest geven? Zo zou er een oorlog voorkomen worden.

1. juist
2. onjuist

Wat is de goede volgorde?
A) Het Duitse leger valt Polen binnen.
B) Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk verklaren Duitsland de oorlog.
C) Bijna heel West-Europa wordt bezet.
D) Duitsland neemt het bestuur van Oostenrijk over en bezet Sudetenland.
E) Het Verenigd Koninkrijk en de Sovjet-Unie houden stand tegen de Duitse
aanval.

1. E-A-B-C-D
2. D-A-B-C-E
3. A-D-B-C-E
4. D-A-E-C-B

Op 6 juni 1944 begon de bevrijding van West-Europa in....

1. Normandië
2. Stalingrad

De Duitsers leden hun eerste
grote nederlaag in....

1. Normandië
2. Stalingrad

De VS gingen meedoen aan de kant van de....

1. gealieerden
2. as-mogendheden

D-Day, de invasie in Normandië (West-Frankrijk) vindt plaats.

1. 1942
2. 1943
3. 1941
4. 1944

De VS gaan meedoen met de geallieerden.

1. 1941
2. 1943
3. 1944
4. 1942

Het Russische leger wint de slag om Stalingrad.

1. 1941
2. 1943
3. 1944
4. 1942

In Duitsland bestonden voor de oorlog ............... vooroordelen over Joden.

1. veel
2. weinig

De rassenleer was een onjuiste theorie over .................

1. geloof
2. mensenrassen

Met de
rassenleer ................... de Duitsers het antisemitisme in hun land.

1. versterkten
2. verzwakten

De nazi’s wilden alle Joden vermoorden en organiseerden razzia’s waarbij mensen werden..............

1. concentratiekampen
2. holocaust
3. opgepakt
4. gedeporteerd

De
opgepakte mensen verzamelden ze in.........................

1. concentratiekampen
2. holocaust
3. opgepakt
4. gedeporteerd

Ook vanuit Nederland werden mensen
in goederenwagons.........................

1. concentratiekampen
2. holocaust
3. opgepakt
4. gedeporteerd

De nazi’s vermoordden miljoenen
mensen in de gaskamers van vernietigingskampen. Deze volkerenmoord noemen we de.........................

1. concentratiekampen
2. holocaust
3. opgepakt
4. gedeporteerd

Maken vragen

-Doe de laptop weg.

-Maak de vragen van het M&M boek.

Maken vragen

Ga aan de slag met de onderstaande vragen:

paragraaf 4.1 vraag 1-9

Je werkt in tweetallen. Heb je een vraag kom je naar de docent toe.

Bespreken vragen

Controleer je gemaakte vragen aan de hand van het bord. Heb je antwoorden niet, schrijf ze over.

Als er niet genoeg tijd is, wordt het  nakijken huiswerk. De antwoorden staan dan in somtoday (bijlage).