Koppelteken h/v 2

koppelteken en weglatingsstreepje
1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

koppelteken en weglatingsstreepje

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel:
Je leert het koppelteken en weglatingsstreepje correct gebruiken. 

Slide 2 - Diapositive

Planning:
- Voorkennis + startopdracht
- Instructie per regel
- Verwerking
- Nakijken
- Terugblik

Slide 3 - Diapositive

Voorkennis
Welke woorden zijn lastig te lezen en hoe komt dat?
a. autoonderdeel - autoband - autoexpert
b. meeademen - meeeten - meebeleefd
c. skistok - skievenement - skijas
d. mangoijs - schepijs - chocoladeijs

Slide 4 - Diapositive

In samenkoppelingen
  • rood-wit-blauw
  • staakt-het-vuren
  • kant-en-klaar
  • vergeet-mij-nietje
  • glas-in-lood
  • kant-en-klaarpakket
  • doe-het-zelver

Slide 5 - Diapositive

Bij klinkerbotsingen
  • zee-egel
  • toe-eigenen
  • foto-onderschrift
  • macho-uiterlijk
  • auto-inbraak

Slide 6 - Diapositive

Waar is het koppelteken juist gebruikt?
A
minijurk
B
mini-jurk

Slide 7 - Quiz


Wat is de juiste schrijfwijze?
A
winkelcentrum
B
winkel centrum
C
winkel-centrum

Slide 8 - Quiz

Wat is juist?
A
mee-ëten
B
mee-eten
C
meeëten
D
meëeten

Slide 9 - Quiz

Na een teken/cijfer/letters
  • %-teken
  • 50-jarige
  • cao-akkoord
  • ook in samenstellingen met letters of letterwoorden die uit één of meer hoofdletters bestaan: 
  • X-benen
  • T-shirt

Slide 10 - Diapositive

Waar is het koppelteken juist gebruikt?
A
14 jarigen
B
14-jarigen

Slide 11 - Quiz

Veel leerlingen halen een
A
vmbo-diploma
B
vmbodiploma

Slide 12 - Quiz

Waar is het koppelteken juist gebruikt?
A
BMIwaarden
B
BMI-waarden

Slide 13 - Quiz

Samenstelling aardrijkskundige namen
  • Zuid-Amerika
  • Noord-Holland
  • West-Friesland

Slide 14 - Diapositive

In sommige plaatsnamen
's-Gravenhage
's-Hertogenbosch

Slide 15 - Diapositive

ex-  non-  niet-  oud- 
Bij deze woorden ALTIJD een koppelteken.
ex-man
non-actief
niet-gelovigen
oud-president (voormalig president)

Slide 16 - Diapositive

Wat is juist?
A
ex-roker
B
ex roker
C
exroker
D
ëxroker

Slide 17 - Quiz

Gisteren zag ik mijn ...
A
oud leraar
B
oud-leraar

Slide 18 - Quiz

Samenstelling met naam (2e deel begint met een hoofdletter)
  • kabinet-Rutte
  • anti-Russich
  • pro-Amerikaans 

Slide 19 - Diapositive

bij gelijkwaardige woorden
Je kunt deze woorden ook omdraaien -> gelijkwaardig
  • minister-president
  • democratisch-liberaal
  • chef-kok

Slide 20 - Diapositive


Wat is de juiste schrijfwijze?
A
adjunctdirecteur
B
adjunct directeur
C
adjunct-directeur

Slide 21 - Quiz

Wanneer je ze niet kunt wisselen:
schrijf je het aan elkaar
  • sociaalpedagogisch
  • privaatrechtelijk
  • weloverwogen


Slide 22 - Diapositive

Weglatingsstreepje
Soms kun je een deel van een samengesteld woord weglaten, omdat dat deel wordt herhaald. Plaats dan een weglatingsstreepje:
Psychologie- en natuurkundestudenten.
Fiets-, werk- en taalvakanties.

Slide 23 - Diapositive

Gebruik waar mogelijk een weglatingsstreepje.
dorpsstraten en dorpspleinen

Slide 24 - Question ouverte

Gebruik waar mogelijk een weglatingsstreepje.
grote kinderen en kleine kinderen

Slide 25 - Question ouverte

Gebruik waar mogelijk een weglatingsstreepje.
hoestsiroop en hoesttabletjes

Slide 26 - Question ouverte

Gebruik waar mogelijk een weglatingsstreepje.
volle flessen en lege flessen

Slide 27 - Question ouverte

Wat is een lange afstandsloper?
A
Iemand die lang is en afstanden loopt
B
Iemand die lange afstanden loopt

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Als je het niet weet...
  • De site van Onze Taal geeft taaladvies en beantwoordt een hoop vragen over de juiste spelling
  • De site woordenlijst.org geeft altijd de juiste spelling aan zoals we die met elkaar hebben afgesproken
  • Gebruik geen Google!

Slide 31 - Diapositive

Korte herhaling

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Vidéo

Wat is juist?
A
politie academie
B
politie-academie
C
politieacademie

Slide 34 - Quiz

Wat is juist?
A
studie avond
B
studie-avond
C
studieavond

Slide 35 - Quiz

Wat is juist?
A
rij examen
B
rij-examen
C
rijexamen

Slide 36 - Quiz

Wat is juist?
A
domino effect
B
domino-effect
C
dominoeffect

Slide 37 - Quiz

Wat is juist?
A
gala avond
B
gala-avond
C
galaavond

Slide 38 - Quiz

Wat is juist?
A
televisie antenne
B
televisie-antenne
C
televisieantenne

Slide 39 - Quiz

Wat is juist?
A
auto ongeval
B
auto-ongeval
C
autoongeval

Slide 40 - Quiz

Wat is juist?
A
koffie uurtje
B
koffie-uurtje
C
koffieuurtje

Slide 41 - Quiz

Verwerking
Maak opdracht 2,3 en 5. 
timer
12:00

Slide 42 - Diapositive

Opdracht 2 
1 Oost-Europees
2 $-teken
3 non-actief
4 aspirant-verkoper
5 intakegesprek
6 half-om-half
7 antiroker
8 havoleerling

Slide 43 - Diapositive

Opdracht 3
1 keel-, neus- en oorarts
2 rode en witte rozen
3 pro-Deoadvocaat
4 huis-aan-huis
5 aan-en-uitknop
6 audiovisueel
7 hoofd- en zijstraten
8 kerstbomen en -ballen


Slide 44 - Diapositive

Opdracht 5
1 openingsceremonie | jacquet (mannenjas met een lange achterkant)
2 hygiëne | openlijk
3 legende | geregisseerd
4 hiërarchische 
5 journalist | enthousiast 
6 haviken | kieviten | leeuweriken


Slide 45 - Diapositive

Je gebruikt het koppelteken.... (noem minimaal één regel)

Slide 46 - Question ouverte

Gebruik een weglatingsstreepje volgens de regels.

Slide 47 - Question ouverte