fictie en non-fictie

Boek lezen
timer
10:00
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Boek lezen
timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel
Aan het eind van deze les :
Weet jij wat fictie en non-fictie is
Weet jij het verschil tussen realistische en fantasieverhalen

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Je hebt zojuist een filmpje gezien. Wat zou fictie zijn?
A
Waargebeurde verhalen
B
Verzonnen verhalen
C
Verhalen over de werkelijkheid

Slide 4 - Quiz

Wat is fictie?
Betekenis: alles wat verzonnen is. Verzonnen verhalen. De schrijver fantaseert, heeft het verhaal zelf bedacht.

 



Geschreven om je te vermaken.

Voorbeelden:
Leesboek, stripverhaal, musical/toneelstukken en gedichten.




Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Je hebt zojuist een filmpje gezien. Wat zou non-fictie zijn?
A
Waargebeurde verhalen
B
Verzonnen verhalen
C
Verhalen over de werkelijkheid

Slide 7 - Quiz

Wat is non-fictie?
Betekenis: alles wat niet verzonnen is. Teksten over de werkelijkheid. Wat er staat, is echt gebeurd en geeft informatie.

 



Het is geschreven om je te informeren of instrueren.

Voorbeelden:
Nieuwsbericht, schoolboeken, kookboeken en een handleiding




Slide 8 - Diapositive

Fictie (verzonnen verhalen)


sciencefiction
thriller / horror
fantasy
games
toneelstukken
tv-series
strips
tekenfilms
Non-fictie (Verhalen die echt gebeurd zijn of die je feitelijke informatie geven)

krantenbericht
tijdschriftartikel
studieboek
documentaire
journaal / nieuws op tv
agenda
biografie
reisgidsen

Slide 9 - Diapositive

Is het fictie of non-fictie?

Schrijvers vertellen dingen die echt gebeurd zijn.

A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 10 - Quiz

Is het fictie of non-fictie?

Het is bedacht.
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 11 - Quiz

Is het fictie of non-fictie?

Een bericht in de krant is hier een voorbeeld van.
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 12 - Quiz


A
fictie
B
non-fictie

Slide 13 - Quiz



Is dit boek fictie of non-fictie?
A
fictie
B
non-fictie

Slide 14 - Quiz


A
fictie
B
non-fictie

Slide 15 - Quiz


A
fictie
B
non-fictie

Slide 16 - Quiz


A
fictie
B
non-fictie

Slide 17 - Quiz


A
fictie
B
non fictie

Slide 18 - Quiz


A
fictie
B
non-fictie

Slide 19 - Quiz

Realistisch en niet-realistisch
Fictie kan realistisch of niet-realistisch zijn:




Realistisch:
-Verhaal lijkt heel erg op de werkelijkheid, alles kan in het echt ook gebeuren.

Niet-realistisch:
-Verhalen met veel dingen die niet echt kunnen gebeuren.




Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Oorlogswinter is:
A
Realistische fictie
B
Niet-realistische fictie

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Vidéo

Black Panther is:
A
Realistische fictie
B
Niet-realistische fictie

Slide 24 - Quiz

Maken/huiswerk
Cursus 3 § 1
Opdracht 1 (samen)
Opdracht 2,3,4 (blz 64 tm 71)

Slide 25 - Diapositive