Present Perfect v.s. Past Simple
1 / 11
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
In het verleden gebeurd & gestopt
In het verleden gebeurd & nog steeds aan de gang
I lost my keys.
I have lost my keys.
Regelmatig: hele werkwoord + ed
Onregelmatig: 2e uit het rijtje
Onregelmatig: 2e uit het rijtje
Regelmatig: have/has + hele werkwoord + ed
Onregelmatig: have/has + 3e uit het rijtje
Onregelmatig: have/has + 3e uit het rijtje
Present Perfect
Past Simple
Slide 2 - Question de remorquage
I have lived here since 2008.
I watched TV last night.
He checked his homework.
Linda has broken her arm.
They have never been to Spain.
Tilly's egg hatched last week.
Present Perfect
Past Simple
Slide 3 - Question de remorquage
He ........ (play) the piano when he was six.
Slide 4 - Question ouverte
He ........ (play) the piano since he was six.
Slide 5 - Question ouverte
He ........ (break) the TV last month.
Slide 6 - Question ouverte
He ........ (break) his arm so he can't play today.
Slide 7 - Question ouverte
Maak een vraagzin van:
He broke the TV last month.
He broke the TV last month.
Slide 8 - Question ouverte
Maak een vraagzin van:
He has broken his arm.
He has broken his arm.
Slide 9 - Question ouverte
Maak een ontkenning van:
He has broken his arm.
(gebruik géén afkortingen)
He has broken his arm.
(gebruik géén afkortingen)
Slide 10 - Question ouverte
Maak een ontkenning van:
He broke te TV last month.
(gebruik géén afkortingen)
He broke te TV last month.
(gebruik géén afkortingen)
