thema Planten en dieren oefentoets
1 / 20
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 2 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Planten hebben wel organen. Sleep de organen naar de juiste functie
Transport van stoffen
Voedsel maken (fotosynthese)
water en voedingsstoffen uit de grond opnemen
Stengel
Wortel
Bladeren
Slide 3 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is de functie van schutkleuren?
A
Zo zien de dieren er mooier uit
B
Zo zijn de dieren aantrekkelijker voor een partner
C
Zo worden dieren minder snel gezien
D
Zo worden de dieren sneller gezien
Slide 4 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
wat is ontwikkeling
A
groter en zwaarder worden van organisme
B
Levenskenmerken vertonen
C
groeien van een organisme
D
veranderingen in bouw van een organisme
Slide 5 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Welke omschrijving past bij welke levensfase? Sleep de omschrijving naar de juiste levensfase
Baby.
Peuter
Kleuter
Schoolkind
Puber
Adolescent
Volwassene
Bejaarde
Leert lezen en schrijven.
Leert omgaan met verlies.
Leert zitten en kruipen
Leert naar de wc gaan en fietsen
Leert zelfbewust denken.
Leren zelfstandig zijn
Leren kinderen opvoeden
Leren praten en traplopen
Slide 6 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
welk onderdeel van de bruine boon waardoor het zaad water op kan nemen.
A
poortje
B
navel
C
zaadhuid
D
hartvormig bultje
Slide 7 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Welke stoffen zijn er nodig voor fotosynthese?
A
Water en koolstofdioxide
B
Suiker
C
glucose
D
Zonlicht
Slide 8 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Sleep bij elke levensfase de juiste leeftijd en kenmerken.
Puber
Adolescent
Volwassene
Oudere
Leren zelfstandig worden
Gevoelens veranderen en voortplantings-organen
Zelfstandig leven
Lichamelijke problemen. Hulp van anderen
12 - 16 jaar oud
65+ jaar oud
16 - 21 jaar oud
21 - 65 jaar oud
Slide 9 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Plaats het voedsel bij de juiste snavel.
haak snavel
pincetsnavel
priemsnavel
kegelsnavel
zeefsnavel
insecten en larven uit boombast
insecten en kleine zaden
zaden
en bessen
en bessen
waterplanten en -dieren
vlees
Slide 10 - Question de remorquage
Sleepvraag
Vraag: Hebben jullie goed op de video gelet? Welk voedsel hoort bij welke snavel?
Doe: Sleep het voedsel naar de juiste snavel.
Vraag: Waarom heeft iedere vogel een andere snavel?
Antwoord: Iedere soort vogel eet andere dingen. De snavels zijn zo gebouwd dat ze het voedsel dat de vogel eet makkelijk kunnen vastpakken, vangen, plukken of oprapen
Waar in het blad vindt fotosynthese plaats?
A
In alle groene delen
B
In de stengel
C
In alle bladeren
D
In de wortels
Slide 11 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
een plant met lange wortels leeft in een ..... omgeving
A
natte
B
droge
Slide 12 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Nee
Ja
11. Bevat het voedsel dat planten maken voedingsstoffen voor mensen en dieren?
Tekst
Slide 13 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
wat is de functie van een stengel van een plant?
A
vervoer van voedingsstoffen
B
opname van voedingsstoffen
Slide 14 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Is dit schilderij schematisch of natuurgetrouwe?
A
schematisch
B
natuurgetrouwe
Slide 15 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
in een bladgroenkorrel vind fotosynthese plaats
A
waar
B
niet waar
Slide 16 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat voor doorsnede krijg je als je iets in de breedte doorsnijdt.
A
Lengtedoorsnede
B
buitenaanzicht
C
rechte doorsnede
D
dwarsdoorsnede
Slide 17 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat voor aanzicht is dit
A
Buitenaanzicht
B
schematisch
C
binnenaanzicht
D
dwarsdoorsnede
Slide 18 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 19 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 20 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
