herhalen 1thv

1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Irregular verbs

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Lien

Grammar chapter 5:
- Past Simple
Possesives
- Much/Many

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Past Simple
Je gebruikt de Past Simple als iets gebeurd is in de verleden tijd en ook beëindigd is.

Wij noemen de Past Simple de Verleden Tijd.


Slide 6 - Diapositive

 Regelmatige werkwoorden (rww)

Achter het werkwoord plaats je 'ed'

I walk -> I walked
it rains-> it rained
they beg-> they begged

Slide 7 - Diapositive

 RWW Spelling
Standaard regel:

WW+ED

In de past simple komt er een -ed achter als er een klinker voor staat:
I play - I played

Slide 8 - Diapositive

 RWW Spelling
Als een werkwoord eindigt op -e, dan komt er in de past simple alleen een -d achter:
I live - I lived
you move - you moved

In de past simple wordt de laatste medeklinker verdubbeld als er één klinker voor staat:
I drop - I dropped
they plan - they planned

Slide 9 - Diapositive

 RWW Spelling
Als een werkwoord eindigt op -y, dan komt er in de past simple een -ied achter:
I carry- I carried
you study- you studied



Slide 10 - Diapositive

Past Simple - Onregelmatige werkwoorden (p.203)

Sommige werkwoorden zijn onregelmatig (OWW) en dat betekent dat ze geen '-ed' krijgen maar hun eigen vorm hebben.

to write  -> wrote    I wrote her a letter last week.
to go       -> went      He went to Italy last year.
to make -> made     They made a very nice meal two days ago.


Slide 11 - Diapositive

Past Simple - OWW

Er zijn geen regels voor de OWW, je moet ze uit je hoofd leren. Je pakt voor de Past Simple de 2e kolom.

see - saw - seen
come - came - come

Slide 12 - Diapositive

Past Simple - Signaalwoorden

In de zin staan vaak een tijdsbepaling van verleden tijd.

  • yesterday
  • last week
  • ten minutes ago
  • in 2007
  • this morning

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Lien

Let's practice
Wat: Maak het oefenblad die je net hebt gekregen
Hoe: op een blaadje of in je schrift
Hulp: eerste 5 min alleen, daarna je docent of buurman/vrouw
Tijd: 10 minuten
Klaar: Leer de woordjes van H5 of de onregelmatige werkwoorden


Slide 15 - Diapositive

Possesives '/'s/of

Slide 16 - Diapositive

PEOPLE, ANIMALS, TIME
'S (EV)  - ' (MV)
  • The DOG'S nose is sniffing the screen.
  • The MAN'S hand is tickling the dog. 
  • It is my PARENTS' dog.
  • YESTERDAY'S walk with my dog was lovely.

Slide 17 - Diapositive

THINGSOF

THE SLICE OF PIZZA IS MOVING

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Lien

Much and Many

Slide 20 - Diapositive

Much and Many
Much en Many om te zeggen dat er Veel van iets is.


Much zelfstandige naamwoorden die je NIET kunt tellen.


Many -> bij woorden die je WEL kunt tellen.

Many = countable
Much = uncountable 

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Slide 23 - Diapositive