Overal 3 havo 5.3 opwekken van energie

5.3 opwekken van energie
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

5.3 opwekken van energie

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

0

Slide 3 - Vidéo

Fossiele brandstoffen
steenkool
aardgas
Energiebronnen uit de bodem heten fossiele
brandstoffen. 

aardolie

Slide 4 - Diapositive

Energie opwekken
In een elektriciteits-centrale worden fossiele brandstoffen verbrand (4).
Met de warmte wordt water verhit tot stoom

Slide 5 - Diapositive

Energie opwekken
Er ontstaat stoom onder 
hoge druk.

Slide 6 - Diapositive

Energie opwekken
Met deze stoom laat men een turbine ronddraaien (5).

Slide 7 - Diapositive

Turbine
Een turbine is een schoepenrad

Drie manieren om een turbine te laten draaien zijn: 
..Stoom onder hoge druk
..Stromend water
..Wind

Slide 8 - Diapositive

Energie opwekken
De turbine laat een generator (dynamo)(7) draaien die elektriciteit maakt.

Slide 9 - Diapositive

Energie opwekken
De stoom wordt weer vloeibaar gemaakt in een koeltoren (8)

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Wat is geen fossiele brandstof?
A
kolen
B
Uranium
C
gas
D
bruinkool

Slide 12 - Quiz

Plaats ze in de juiste orde
1
2
3
4
koeltoren
GENERATOR
TURBINE
BRANDER

Slide 13 - Question de remorquage

Wat is een groot nadeel van een "Kolencentrale"?
A
Warmte verlies
B
Dure energieopwekking
C
CO2 uitstoot
D
Centrales zijn "horizonvervuiling"

Slide 14 - Quiz

Waarom worden energiecentrales vaak gebouwd naast een rivier?
A
Koelwater aanwezig
B
Wonen weinig mensen in de buurt
C
Is toeval
D
Bluswater aanwezig

Slide 15 - Quiz

Wat is een Turbine?
A
Turbine is het deel waar water afgekoeld wordt
B
Turbine is het deel met de schoepenraderen
C
Turbine is het deel dat spanning omzet
D
Turbine is het deel met de spoel

Slide 16 - Quiz

Een ander woord voor een Generator is?
A
Transformator
B
Turbine
C
Dynamo
D
Warmte wisselaar

Slide 17 - Quiz

verbrandingswarmte
Berekenen van de geleverde energie
Verbrandingswarmte is de hoeveelheid energie die per kilogram of kubieke meter verbrande brandstof vrijkomt

Slide 18 - Diapositive

verbrandingswarmte
Berekenen van de geleverde energie
Geleverde energie = verbruik x verbrandingswarmte
Geleverde energie in joule (J)
verbruik in kilogram of kubieke meter (kg of m3)
verbrandingswarmte in joule per kilogram of joule per m3

Slide 19 - Diapositive

voorbeeld: elektriciteitscentrale
Een gezin verbruikt jaarlijks 1670 m3 aardgas. Bereken hoeveel energie in (J) er door het gezin is gebruikt.
gegevens:  verbruik 1670m3
                   verbrandingswarmte 32.000.000 J/m3
gevraagd:   totale gebruikte energie: E=?
formule:      Geleverde energie = verbruik x verbrandingswarmte
berekening: E = 1670 x 32.000.000 = 51.000.000.000 J
antwoord:    De totale energie is 5,1.1010J

Slide 20 - Diapositive

Kernenergie

Slide 21 - Diapositive

0

Slide 22 - Vidéo

0

Slide 23 - Vidéo

Kerncentrale
  • Uranium wordt gespleten in een reactorvat.
  • Water wordt verwarmd tot stoom
  • De stoom drijft een turbine aan
  • De turbine laat een generator draaien die elektriciteit maakt

Slide 24 - Diapositive

Kerncentrales
De energie die vrijkomt bij een kernreactie per één kilo uranium is ongeveer 22,8 miljoen kWh.

Bij een kerncentrale komt dus veel meer energie per kg vrij dan bij elektriciteitscentrales die met fossiele brandstoffen werken.

Slide 25 - Diapositive

Wat is het voordeel van een kerncentrale?

Slide 26 - Question ouverte

Wat is een groot nadeel ven Kernenergie?
A
Duur
B
Radioactief afval
C
Risico
D
Nederland heeft geen eigen kerncentrale

Slide 27 - Quiz

voorbeeld kerncentrale
De centrale van Dodewaard heeft een vermogen van 500 Mw.
en leverd jaarlijks ongeveer 4,5 miljard kWh kernenergie
Bereken hoeveel kg uranium hiervoor nodig is.
gegevens: vermogen P = 500MW
                  tijdsduur t= 1 jaar = 31.536.000 s
                  E per kg uranium = 7,6 miljoen kWh = 27.360.000 MJ
gevraagd: benodigde massa (kg) uranium
Formule:  E = P x t
Berekenen: E = 500 x 31.536.000 = 15.768.000.000
15.768.000.000 / 27.360.000= 576,3 kg Uranium

Slide 28 - Diapositive

Hernieuwbare bronnen
De natuur heeft vele miljoenen jaren nodig gehad om fossiele brandstoffen te maken. Fossiele brandstoffen raken op.

In de toekomst zullen we moeten zoeken naar hernieuwbare energiebronnen. 
Deze raken niet op en stoten weinig COuit.

Slide 29 - Diapositive

Hernieuwbare bronnen
Tekst
Tekst
Tekst

Slide 30 - Diapositive

Hernieuwbare bronnen
Biomassa
Getijde en golven
Geothermische energie

Slide 31 - Diapositive

Biobrandstof
Biobrandstof wordt gemaakt van mais, koolzaad en rietsuiker.

Is dit duurzaam?

Nadeel - Veel 
landbouwgrond 
wordt gebruikt.

Slide 32 - Diapositive

Hernieuwbare bronnen
Tekst
Tekst
Tekst

Slide 33 - Diapositive

1 vierkante meter zonnepaneel levert ongeveer 400MJ elektrische energie. Hoeveel vierkante meter zonnepaneel heb je nodig voor 4120 MJ energie?
A
8,9
B
10,3
C
12,6
D
16

Slide 34 - Quiz

Wat is een nadeel van windmolens?
A
Horizon vervuiling
B
Wekt niet genoeg energie op
C
Is erg duur
D
Is erg gevaarlijjk

Slide 35 - Quiz

Een ander woord voor Geothermische energie is?
A
Zonne energie
B
Energie uit water
C
Wind energie
D
Energie uit aardwarmte

Slide 36 - Quiz

Biodiesel kan worden gemaakt van koolzaad
A
waar
B
niet waar

Slide 37 - Quiz

Energie uit "Poep" noemen we ook wel?
A
Energie uit bio-massa
B
Geothermische energie
C
Bruine energie
D
Groene energie

Slide 38 - Quiz

Hernieuwbare energiebronnen
raken niet op.
A
waar
B
niet waar

Slide 39 - Quiz

Wat is een groot nadeel van een gas-centrale?
A
Aardgas is erg vervuilend
B
Uit aardgas kun je maar weinig energie opwekken
C
Aardgas raakt op
D
Aardgas is erg duur

Slide 40 - Quiz

Huiswerk
lees de tekst van paragraaf 5.3 digitaal
maak de vragen van 5.3 op de methode site.

Slide 41 - Diapositive