Taak 3 Het water op aarde

Taak 3 Het water op aarde
Zonder water is er geen leven op aarde. Ook op ons eiland hadden we water nodig. Op het eiland was genoeg zout water, maar dat kun je niet drinken. Hoe maak je van zout water zoet water dat je wel kunt drinken?
Dat gaan we deze taak leren.
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
WereldoriëntatieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Taak 3 Het water op aarde
Zonder water is er geen leven op aarde. Ook op ons eiland hadden we water nodig. Op het eiland was genoeg zout water, maar dat kun je niet drinken. Hoe maak je van zout water zoet water dat je wel kunt drinken?
Dat gaan we deze taak leren.

Slide 1 - Diapositive

Al het water dat op aarde valt, noemen we neerslag. Wat is allemaal neerslag?

Slide 2 - Question ouverte

Welke vorm van neerslag is er alleen als het heel koud is? (twee antwoorden zijn goed)
A
Regen
B
Mist
C
Hagel
D
Sneeuw

Slide 3 - Quiz

Wat gebeurt er met water als je het kookt?

Slide 4 - Question ouverte

Waterdamp: als je water warm maakt.
Condens: Als waterdamp weer kouder wordt.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Lien

Waterkringloop
https://schooltv.nl/video/nieuws-uit-de-natuur-de-waterkringloop/#q=waterkringloop
Vanaf 7 minuten tot 15 minuten.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Wat zie je bij de pijl?
A
waterdamp
B
ijs
C
condens

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Diapositive

Wat zie je op het raam?
A
verdamping
B
ijs
C
condens

Slide 12 - Quiz

Denkvraag: waarom wordt de spiegel in de badkamer nat als je onder de douche staat?
Bespreek kort in tweetallen

Slide 13 - Question ouverte

Slide 14 - Diapositive

Hoe noemen we regen, hagel, ijzel of sneeuw?
A
een wolk
B
neerslag
C
verdampen
D
condenseren

Slide 15 - Quiz

Water dat niet meer vloeibaar is, maar hard en koud is, is .....
A
verdampt
B
bevroren
C
gecondenseert
D
opgestegen

Slide 16 - Quiz

Hoe noem je het proces als ijs weer vloeibaar (water) wordt?
A
bevriezen
B
smelten
C
condenseren
D
verdampen

Slide 17 - Quiz

Het water op de aarde wordt steeds opnieuw gebruikt. Hoe noemen we dit?
A
het regenseizoen
B
de waterkringloop
C
de kringloopwinkel

Slide 18 - Quiz

Waardoor wordt het water verwarmd op de aarde?
A
De zon
B
De aardwarmte
C
De maan

Slide 19 - Quiz

Maak de opdracht over de waterkringloop.
Je krijgt een blaadje van de juf.

Slide 20 - Diapositive

Waarom zijn rivieren zo belangrijk bij de kringloop van water?

Slide 21 - Question ouverte

Soorten rivieren
Welke soorten rivieren zijn er? 
  1. regenrivier: is afhankelijk van regenwater.
  2. gemengde rivier: afhankelijk van neerslag en smeltwater
  3. smeltwaterrivier: ontstaan door smeltwater van gletsjers.

    Slide 22 - Diapositive

    Soorten rivieren
    Regenrivier, het water in de rivier is regenwater.

    Slide 23 - Diapositive

    Soorten rivieren
    Gemengde rivier, het water komt uit smeltwater en regenwater.

    Slide 24 - Diapositive

    Soorten rivieren
    Gletsjerrivier of smeltrivier. Het water in de rivier is gesmolten ijs en sneeuw.

    Slide 25 - Diapositive

    Gemengde rivier
    Gletsjerrivier
    Regenrivier
    Rivier met regenwater
    Rivier met smeltwater
    Rivier met regen- en smeltwater

    Slide 26 - Question de remorquage

    Maak een tekening van de kringloop van het water


    Je maakt de tekening op papier, gebruik kleurpotloden
    Leg met de tekening aan je ouders uit hoe de kringloop werkt.



    Slide 27 - Diapositive

    Slide 28 - Diapositive

    Gebruik de atlas. 
    De rivieren van Nederland. Je krijgt een blaadje van de juf.

    Slide 29 - Diapositive

    Gebruik de atlas. In welk land begint de rivier de Rijn?
    A
    Duitsland
    B
    Nederland
    C
    Zwitserland
    D
    Italië

    Slide 30 - Quiz

    Gebruik de atlas. Waar eindigt de rivier de Rijn?
    A
    Duitsland
    B
    Zwitserland
    C
    Italië
    D
    Nederland

    Slide 31 - Quiz

    Belangrijkste rivieren van Europa
    Gebruik de atlas. Vul de rivieren van Europa in op het blaadje dat je krijgt van de juf.

    Slide 32 - Diapositive

    Hoe wordt zout water uit de zee nu zoet water dat je kunt drinken?

    Slide 33 - Question ouverte

    Begrippen Taak 3
    Begrippen:
    • neerslag: water dat als regen, sneeuw, mist, hagel of ijzel op aarde valt.
    • waterkringloop: de reis die water maakt om van zout water zoet water te worden.
    • zoet water: water dat je kunt drinken. In rivieren, meren en bronnen.
    • zout water: water dat je niet kunt drinken. In de zee.
    • verdampen: water dat heel heet is wordt gas.
    • smelten: ijs dat warm wordt.




    Slide 34 - Diapositive

    Wat moet je kennen en kunnen?
    Wat moet je kennen?
    Hoe ziet de waterkringloop eruit?
    Welke soorten rivieren zijn er?

    Wat moet je kunnen?
    Je kunt de rivieren de Rijn, de Maas, de Waal en de IJssel aanwijzen op de kaart van Nederland.

    Slide 35 - Diapositive