4.1 Hoe maak jij dat?

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Welkom, wat fijn dat jullie er zijn!

Bij binnenkomst
Stap 1: Jas in de kluis of op de gang.
Stap 2: Eten/drinken weg & kauwgom/lolly uit.
Stap 3: Open je boek op blz. 110 en open je schrift voor een opdracht.




Slide 2 - Diapositive

Dit gaan we doen deze les
  1. Nieuwe uitleg 4.1
  2. Zelfstandig werken
  3. Nakijken

Slide 3 - Diapositive

In deze les leer je


  1. Wat produceren is
  2. Wat een bedrijfskolom is en hoe bedrijven waarde toevoegen
  3. Wat productiefactoren zijn
  4. Hoe je de kostprijs per product berekent

Slide 4 - Diapositive

Van grondstof naar
product
Produceren is het maken van goederen en het leveren van diensten.

De productie van goederen verloopt in stappen: de productiefasen.
Bijvoorbeeld:
grond ploegen - zaaien - gewassen verzorgen - graan oogsten - graan verwerken tot meel - brood bakken - brood verkopen.

Graan is een grondstof.
Brood is een eindproduct.

Stap 1: Maak opgave 1 t/m 3 blz. 110
Stap 2: Maak opgave 4.1 op blz.136

timer
4:00

Slide 5 - Diapositive

Van grondstof naar
product
Stap 1: Maak opgave 4 t/m 6 blz. 111-112
Stap 2: Maak 4.1 op blz.136
Stap 3: Maak opgave 1&2 op blz. 138
timer
3:00

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Steeds iets meer 
waard
Alle bedrijven die meewerken aan een product, vind je terug in de bedrijfskolom.
  • Het eerste bedrijf in de bedrijfskolom haalt grondstoffen uit de natuur.
  • De volgende bedrijven maken daar iets van.
  • Het laatste bedrijf levert het product aan de consument.

Door het werk van ieder bedrijf wordt het product steeds 
een beetje meer waard. Dat noem je toegevoegde waarde.




Stap 1: Maak opgave 5 t/m 8 blz. 99
Stap 2: Maak opgave 1 t/m 4 op blz.120

timer
5:00

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Produceren kost geld
Alle kosten die een bedrijf maakt om te kunnen produceren zijn de productiekosten van dat bedrijf.

Bijvoorbeeld: grondstoffen, kosten voor het bedrijfspand, personeel en energie.

Stap 1: Maak opgave 9 t/m 11 blz. 99-100
Stap 2: Maak opgave 1 t/m 5 op blz.120

timer
5:00

Slide 10 - Diapositive

Herhalen deze les

  1. Wat is produceren?
  2. Hoe zorgenbedrijven in de bedrijfskolom voor toegevoegde waarde?
  3. Wat zijn productiekosten?
  4. Hoe bereken je de kostprijs per product?
  5. Welke productiesectoren zijn er?

Slide 11 - Diapositive

Welkom, wat fijn dat jullie er zijn!

Bij binnenkomst
Stap 1: Jas uit op de gang & mobiel in de telefoontas bij het juiste           
             nummer.
Stap 2: Eten/drinken weg & kauwgom/lolly uit.
Stap 3: Open je boek op blz. 100 en open je schrift voor een opdracht.




Slide 12 - Diapositive

Dit gaan we doen deze les
  1. Herhalen vorige les
  2. Uitleg par. 4.1 deel 2
  3. Zelfstandig werken
  4. Herhalen deze les

Slide 13 - Diapositive

In deze les leer je

  1. Wat produceren is.
  2. Hoe bedrijven in de bedrijfskolom zorgen voor toegevoegde waarde.
  3. Wat productiekosten zijn.
  4. Berekeningen te maken met de kostprijs per product.
  5. Welke productiesectoren er zijn.

Slide 14 - Diapositive

De kosten voor één
product
Kostprijs per product = alle productiekosten ÷ aantal producten

Voorbeeld
Yara heeft 6 stoelen gemaakt. De productiekosten waren € 450.

De kostprijs per stoel is:
€450 ÷ 6 = € 75

Stap 1: Maak opgave 12 t/m 14 blz. 100-101
Stap 2: Maak opgave 1 t/m 6 op blz.120

timer
5:00

Slide 15 - Diapositive

Soorten bedrijven
Bedrijven kun je in verschillende groepen verdelen. Dit heet een productiesector:
  • Agrarische bedrijven: produceren grondstoffen met behulp van de natuur (tuinbouwbedrijf).
  • Industriële bedrijven: gebruiken grondstoffen en materialen voor het   produceren van goederen (scooterfabriek)
  • Dienstverlenende bedrijven: leveren diensten (bijv. een winkel).

Stap 1: Maak opgave 15 t/m 17 blz. 101
Stap 2: Maak opgave 1 t/m 7 op blz.120

timer
5:00

Slide 16 - Diapositive

Herhalen deze les

  1. Wat is produceren?
  2. Hoe zorgenbedrijven in de bedrijfskolom voor toegevoegde waarde?
  3. Wat zijn productiekosten?
  4. Hoe bereken je de kostprijs per product?
  5. Welke productiesectoren zijn er?

Slide 17 - Diapositive