Les H2B / A2B 19-05-2020
1 / 15
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Vidéo
Welke voorzetsels horen bij de vierde naamval?
Slide 6 - Question ouverte
Oma kocht was.......mich.
Slide 7 - Question ouverte
Wer kümmert sich denn ......dich?
Slide 8 - Question ouverte
Wer spielt morgen ......euch?
Slide 9 - Question ouverte
........dich will ich hier nicht wohnen
Slide 10 - Question ouverte
Ist das Buch für ......(wij)?
Slide 11 - Question ouverte
Haben Sie einen Stuhl für ....(hij)
Slide 12 - Question ouverte
Ist das Auto für Helga?
Ja, das Auto ist für......
Ja, das Auto ist für......
Slide 13 - Question ouverte
Du hast ein neues Bett gekriegt.
Das Bett ist für......
Das Bett ist für......
Slide 14 - Question ouverte
Maak een zin met de woorden uit de woordenlijst
en gebruik hierbij de voorzetsels en de persoonlijke voornaamwoorden met de vierde naamval
en gebruik hierbij de voorzetsels en de persoonlijke voornaamwoorden met de vierde naamval
