Mtl 4 - hoe lukt het ons met de klassenafspraken?

• Mentorles
• Middelbare school
• vmbo, mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1-6

Groepscohesie

Taakgerichtheid

1. Bij het werken aan een opdracht of taak is er weinig aandacht voor de taak
2. Bij het werken aan een opdracht of taak zijn we aan het werk, maar is er ook nog veel onrust
3. Bij het werken aan een opdracht of taak zijn we aan het werk. Dit kunnen we een aantal minuten goed volhouden
4. De klas kan meer dan 10 minuten effectief aan een taak werken

Samenwerken

1. Samenwerken kost nog veel moeite
2. Samenwerken gaat wisselend en is sterk afhankelijk van de groepssamenstelling en de opdracht.
3. We kunnen goed samenwerken, ongeacht de groepssamenstelling en de opdracht.
4. Door goed samen te werken halen we het beste uit onszelf en zijn we trots op het eindresultaat

Omgaan met elkaar

1. We gaan nog niet goed met elkaar om. Er ontstaan snel conflicten en irritaties
2. Regelmatig laten we zien dat we goed met elkaar kunnen omgaan. Toch ontstaan er ook nog conflicten en irritaties.
3. Regelmatig laten we zien dat we goed met elkaar kunnen omgaan. Kleine conflicten en irritaties lossen we zelf op.
4. We gaan goed met elkaar om. Conflicten en irritaties worden snel uitgesproken en door de groep veelal zelf opgelost

klassenafspraken

1. We houden ons nog niet aan de afspraken die we samen hebben gemaakt
2. Af en toe spreken we elkaar aan op de gemaakte afspraken. Dat heeft echter nog maar kort effect.
3. Regelmatig spreken we elkaar aan op de gemaakte afspraken. Dat heeft al vaak het gewenste effect.
4. De leerlingen spreken elkaar aan op de gemaakte afspraken en stellen hun gedrag bij.

Elkaar corrigeren

1. Corrigeren doen we niet. We laten veel ongewenst gedrag toe zonder in te grijpen
2. We corrigeren elkaar af en toe. Dat doen we echter nog niet altijd op een effectieve manier.
3. We corrigeren elkaar vaak op een effectieve manier. Hierdoor wordt ongewenst gedrag bijgesteld.
4. We spreken elkaar aan op het gedrag. Dit doen we op en prettige en effectieve manier.

Veilig voelen

1. Het is in onze klas nog onveilig. We kunnen niet vrijuit meedoen in kringgesprekken tijdens de lessen.
2. Onze klas voelt nog te vaak onveilig. Af en toe kunnen we vrijuit meedoen tijdens de lessen.
3. In de klas durven we vaak vrijuit te spreken. De klas gaat respectvol om met alles wat in de klas wordt besproken
4. In deze klas durven we vrijuit te spreken. De klas gaat respectvol om met alles wat in de klas wordt besproken. Persoonlijke verhalen blijven binnen de groep.

wat zouden we moeten doen om het leren in de klas te verbeteren?

Wat moeten we doen om een sociaal
(leuke /aardige/fijne) sterke klas te worden/blijven?