H3.3 deel 1

 §3.3 Europa en de wereld
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

 §3.3 Europa en de wereld

Slide 1 - Diapositive

3.3 deel 1
Lesdoel;
Aan het einde van de les weet je
- hoe de handel tussen alle werelddelen groeide in de 17e eeuw.
- hoe Europeanen activiteiten in Azië en Oost-Afrika uitbreidden.
-Je kan uitleggen hoe Europeanen hun activiteiten uitbreidden in Amerika en West-Afrika.


Slide 2 - Diapositive

Herhaling 3.2 'Nederland en Europa'
Amsterdam werd een stapelmarkt van geheel Europa.
Leg uit dat dit goed paste bij het kapitalisme.

Slide 3 - Question ouverte

Herhaling 3.2 'Nederland en Europa'
1672 wordt het Rampjaar genoemd omdat:
A
De Nederlanden Amsterdam verloren als stapelmarkt van de wereld.
B
de Nederlanden werden aangevallen door Frankrijk, Engeland, Keulen en Münster.
C
De Nederlanden werden aangevallen door Duitsland, Rusland en Italië.
D
De Nederlanden de godsdienstige oorlog tegen de Rooms-Katholieke kerk leken te verliezen.

Slide 4 - Quiz

Specerijen
  • Erg interessant, meer smaak, langere houdbaarheid, medicijn.

  • Groeit alleen in Zuidoost-Azië.

  • Door lange route, met veel tussenhandel zijn specerijen peperduur.

Slide 5 - Diapositive

Herken jij deze VOC producten?
Koffie
Gember
Foelie
Kruidnagel
Nootmustkaat
kaneel
Peper

Slide 6 - Question de remorquage

Op welke plek werden al deze specerijen geruild en verhandeld?
A
De stapelmarkt
B
In Azië
C
De Rotterdamse haven
D
Aan boord van de schepen van de VOC

Slide 7 - Quiz

Eerste Nederlanders in Azië
  • Cornelis de Houtman komt in 1596 als eerste Nederlander in Oost-Indië aan

  • Opbrengst net voldoende om de kosten eruit te krijgen, vooral door verkeerde ruilmiddelen.

  • Toch is het doel bereikt: een route via Kaap de Goede Hoop is bewezen

Slide 8 - Diapositive

Nieuw probleem!
  • Steeds meer Nederlandse bedrijven (compagnieën) gaan naar Indië varen.

  • Hierdoor ontstaat veel concurrentie tussen Nederlanders onderling

  • De prijs van de specerijen daalt hierdoor snel, de winst dus ook

Slide 9 - Diapositive

Verenigde Oostindische Compagnie (1602)
  • Nederlandse regering (Staten-Generaal) grijpt in.

  • Compagnieën moeten samengaan in één bedrijf.

  • Hierdoor gaan ze concurrentie tegen en kunnen de winsten ook gebruikt worden in de oorlog tegen Spanje

Slide 10 - Diapositive

De VOC (verenigde Oost-Indische Compagnie)
  • Gericht op de handel in Zuidoost-Azië; handel in specerijen.

  • De VOC krijgt het monopolie (alleenrecht) op de handel met Zuidoost-Azië.

  • Ook bevoegdheden om oorlog te voeren en verdragen sluiten in naam van de staat.

Slide 11 - Diapositive

Waar had de VOC een monopolie op?
A
De handel in specerijen
B
De handel in slaven
C
De handel met Zuidoost-Azië
D
De handel met Indonesië

Slide 12 - Quiz

Hoe?
  • Uitschakelen van concurrenten

  • Bouwen van handelposten

  • Contracten met inheemse vorsten

  • Opbouwen van handelsnetwerk in Azië

  • Indien nodig: veel geweld

Slide 13 - Diapositive

VOC
2000 Schepen en 30.000 man personeel
Eerste multinational van de wereld

Slide 14 - Diapositive

Wat maakte de VOC zo ontzettend rijk en machtig?
A
Alle schepen met soldaten
B
Ze waren het snelst bij Azië
C
De handel in kruiden en specerijen
D
De hulp van het Nederlandse leger

Slide 15 - Quiz

Welk begrip past het beste bij de bron?
A
Concurrentie
B
Factorij
C
Gouverneur-generaal
D
Monopolie

Slide 16 - Quiz

Jan Pieterszoon Coen
  • Berucht vanwege het gebruik van geweld

  • Vermoorden of verbannen van de bevolking van de Banda-eilanden

  • Hongitochten, speciale strafexpedities om smokkelen tegen te gaan

Slide 17 - Diapositive

1
2
3
4
De Portugezen handelden in specerijen in Europa
Nederlanders wilden een eigen route naar Indië
De VOC werd opgericht en werd erg machtig, het werd een multinational
De route leidde tot wildgroei aan handelaren

Slide 18 - Question de remorquage


Atlas Major
1662



Joan Blaeu brengt een grote hoeveelheid kaarten
en tekeningen uit, gebundeld in een serie boeken: de Atlas Major

Slide 19 - Diapositive

Atlas Major
De atlas werd door rijke burgers, edelen en vorsten gekocht als pronkstuk.

Slide 20 - Diapositive

1

Slide 21 - Vidéo

01:46
Waar diende deze atlas voor?

Slide 22 - Question ouverte

lokaal bestuur VOC
  • Eerst factorijen (handelsposten), later kolonisatie.

  • VOC wordt bestuurd door een gouverneur-generaal; bijv. Jan Pieterszoon Coen stichter Batavia.

  • Meewerken en anders dwang: Genocide Ambon.

Slide 23 - Diapositive

Kijk de opdrachten van 3.2 na.

Slide 24 - Diapositive

3

Slide 25 - Vidéo

01:01-01:03
Nutmeg = nootmuskaat

Slide 26 - Diapositive

03:13
Hoe veranderde de houding van de VOC jegens de Banda eilanden ten opzichte van eerder ontmoetingen?

Slide 27 - Question ouverte

04:16

Probeer je in te leven als inwoner van de Nederlandse Republiek. Zijn de acties van Jan Pieterszoon Coen gerechtvaardigd?
Ja
Nee

Slide 28 - Sondage

1

Slide 29 - Vidéo

02:35

Hoe moeten wij omgaan met dit soort historische personen? Wat moet volgens jou met dit soort beelden/straatnamen/gedenkplekken gebeuren?

Slide 30 - Question ouverte


Hoe moeten wij omgaan met dit soort historische personen? Wat moet volgens jou met dit soort beelden/straatnamen/gedenkplekken gebeuren?

Slide 31 - Question ouverte

Nutmeg = nootmuskaat

Slide 32 - Diapositive

Hoe veranderde de houding van de VOC jegens de Banda eilanden ten opzichte van eerder ontmoetingen?

Slide 33 - Question ouverte


Probeer je in te leven als inwoner van de Nederlandse Republiek. Zijn de acties van Jan Pieterszoon Coen gerechtvaardigd?
Ja
Nee

Slide 34 - Sondage


Hoe moeten wij omgaan met dit soort historische personen? Wat moet volgens jou met dit soort beelden/straatnamen/gedenkplekken gebeuren?

Slide 35 - Question ouverte