Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
3.1 Bevolkingssamenstelling en bevolkingsgroei
Neem voor je: blz. 84-85
Welkom terug
Slide 1 - Diapositive
Wat leer je vandaag?
Je weet hoe de bevolkingssamenstelling en bevolkingsgroei van een land kunnen veranderen.
Je kunt een bevolkingsgrafiek en een demografisch transitiemodel lezen.
Je begrijpt waarom de bevolkingsgroei van Nederland anders is dan die van Duitsland.
Slide 2 - Diapositive
Wat zie je hier?
Demografisch = samenstelling van de bevolking
Transitie = verandering
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Demografisch transitiemodel
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Vidéo
Wat laat het demografisch transitiemodel zien?
Slide 7 - Question ouverte
Hoe verder in het demografisch transitiemodel, hoe ... de economie
A
slechter
B
beter
Slide 8 - Quiz
In welke fase van het demografisch transitiemodel zit Nederland?
Slide 9 - Question ouverte
Leeftijdsopbouw
Slide 10 - Diapositive
Bekijk de afbeelding. Wat zie je en wat valt je op?
Slide 11 - Diapositive
In de jaren 1950 werden er veel kinderen geboren, de gezinnen waren meestal groot. Dit is de geboortegolf van na de oorlog. De grote groep mensen die toen geboren werd, is nu oud. Hoe zie je dat terug in de bevolkingsgrafiek?
Slide 12 - Question ouverte
Hoe noem je het steeds ouder worden van de bevolking?
A
Ouderwording
B
Vergrijzing
C
Rollatorsyndroom
D
Ontjonging
Slide 13 - Quiz
Vergrijzing
Vergrijzing:
geboortegolf na WOII (babyboom)
versterkt door toename levensverwachting
Ontgroening
Ontgroening:
voorbehoedsmiddelen
veranderende rol vrouw
Slide 14 - Diapositive
Nederland had in de jaren 1950 een geboortegolf, Duitsland pas in de jaren 1960. Hoe kwam dat?
Slide 15 - Question ouverte
Bekijk de afbeelding. Wat zie je en wat valt je op?
Slide 16 - Diapositive
Verschil tussen NL en Duitsland:
Zorg ervoor dat je de verschillen tussen NL en Duitsland kent!
Nederland had in de jaren 1950 een geboortegolf, Duitsland pas in de jaren 1960.
Duitsland heeft een hoger sterftecijfer dan Nederland. Dat komt omdat er in Duitsland al sinds de jaren 1950 minder kinderen geboren worden dan in Nederland. Daardoor is er meer ontgroening