Plusklas Frans les 3 être et les animaux

Leerdoel
Aan het eind van deze les ken je het werkwoord zijn in het Frans en de namen van minimaal drie dieren.
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
TaalBasisschoolGroep 5

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Leerdoel
Aan het eind van deze les ken je het werkwoord zijn in het Frans en de namen van minimaal drie dieren.

Slide 1 - Diapositive

Bonjour mes élèves!
 Comment ça va?

Slide 2 - Diapositive

ça va bien!

Slide 3 - Diapositive

Qu'est-ce que c'est?

Slide 4 - Diapositive

Qu'est-ce que c'est?

Slide 5 - Diapositive

Qu'est-ce que c'est?

Slide 6 - Diapositive

Qu'est-ce que c'est?

Slide 7 - Diapositive

Qu'est-ce que c'est?

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Ik ben
A
je suis
B
je vais
C
j'ai
D
j'aime

Slide 10 - Quiz

hij is
A
il a
B
il fait
C
il est
D
il voit

Slide 11 - Quiz

jullie zijn
A
vous avez
B
vous êtes
C
vous allez
D
vous aimez

Slide 12 - Quiz

Les animaux - la grenouille

Slide 13 - Diapositive

Les animaux
le chat
le chien
le lapin
le poisson
la souris

Slide 14 - Diapositive

Canard et Grenouille

Slide 15 - Diapositive

le chien
le singe
l'oiseau
le cheval
la vache
le lapin
le poisson
le chat
la souris
le canard
de aap
de vis
de vogel
de eend
het paard
het konijn
de kat
de koe
de muis
de hond

Slide 16 - Question de remorquage

En, heb je je leerdoel gehaald?
Hoe zeg je 'ik ben' en 'wij zijn'  in het Frans?
Noem drie dieren in het Frans

Slide 17 - Diapositive