V4 - T4: BS6 Evolutie in populaties

BS6: Evolutie in populaties
V4
Thema 4
Evolutie
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

BS6: Evolutie in populaties
V4
Thema 4
Evolutie

Slide 1 - Diapositive

Herinner je je de 'five fingers' van evolutie: wat zijn de vijf processen die tot evolutie leiden?

Slide 2 - Diapositive

Vijf processen die tot evolutie leiden
  1. Kleine populatie/genetic drift: toeval gaat een rol spelen
  2. Seksuele selectie
  3. Mutatie
  4. Gene flow: immigratie en emigratie
  5. Natuurlijke selectie
1
4

Slide 3 - Diapositive

Een kortharige heterozygote kat paart met een andere kortharige heterozygote kat. Het gen voor kortharig is dominant. Wat zijn de kansen op een heterozygoot? Wat zijn de kansen op een kortharige kat?
Wat is de totale kans op een kortharige of langharige kat?
Wat is het kruizingsschema?

Slide 4 - Question ouverte

Leerdoelen
  • Je kunt uitlegggen wat er wordt bedoeld met de begrippen: genenpool, allelfrequentie, genotypefrequentie
  • Je kunt beschrijven dat de verdeling van allelen in een populatie onderhevig is aan de wet van Hardy-Weinberg
  • Je kunt aangeven aan welke voorwaarden voldaan moet worden voor een Hardy-Weinberg evenwicht
  • Je kunt berekeningen uitvoeren aan allel- en genotypefrequenties indien een populatie voldoet aan het Hardy-Weinbergevenwicht

Slide 5 - Diapositive

PTC proeven
PTC (= fenylthiocarbamide) is een stof met een bittere smaak. Het vermogen om PTC te proeven is genetisch bepaald. Er zijn twee allelen bij betrokken: T voor proeven en t voor niet proeven. Deze eigenschap heeft geen invloed op de voortplantingskansen. Het blijkt dat 70% van de wereldbevolking PTC kan proeven.
Bereken de frequentie waarmee allel T en de frequentie waarmee allel t voorkomt in de wereldbevolking. Geef je antwoord in twee cijfers achter de komma.

Slide 6 - Diapositive

Wat is een populatie?

Slide 7 - Question ouverte

Memphis Depay

Slide 8 - Diapositive

Wat is de definitie van het begrip soort?

Slide 9 - Diapositive

Soortsbegrip
Een groep organismen met vergelijkbare kenmerken die onderling kunnen kruisen om vruchtbare nakomelingen voort te brengen en die reproductief geïsoleerd zijn van andere soorten

Slide 10 - Diapositive

Wat is een genenpool?

Slide 11 - Question ouverte

Alle allelen op alle loci bij elkaar binnen een populatie wordt de 'genenpool' genoemd.

Er kan pas sprake zijn van natuurlijke selectie als er per gen meer dan 1 allel aanwezig is (genetische variatie).

De 'allelfrequentie' geeft aan hoe vaak een bepaald allel voorkomt binnen de populatie. Het is altijd een getal tussen de 0 en de 1.

Slide 12 - Diapositive

Stel, we bestuderen een populatie waarin van één gen twee allelen voorkomen, een dominant allel (A) en een recessief allel (a).

Stel, deze populatie bestaat uit 1000 individuen.
Hoeveel allelen zijn er dan in totaal voor dit gen in de populatie?

Slide 13 - Question ouverte

In deze zelfde populatie, blijkt de allelfrequentie van het recessieve allel 0,300 te zijn.

Bereken hoeveel A allelen er in de genenpool van de populatie aanwezig zijn.

Slide 14 - Question ouverte

De allelfrequentie van een dominant allel noemen we 'p'

De allelfrequentie van een recessief allel noemen we 'q'

Hierbij geldt het volgende:

p + q = 1

Slide 15 - Diapositive

Onder bepaalde omstandigheden zal in een populatie de verdeling van allelen in de volgende generatie ALLEEN afhankelijk zijn van de allelfrequenties 

Dat betekent dat de allelen zich willekeurig verdelen over de individuen van de nieuwe generatie.

De allelfrequenties blijven dan CONSTANT

Deze wetmatigheid wordt 'de regel van Hardy-Weinberg' genoemd

Slide 16 - Diapositive

Voorwaarden voor Hardy-Weinberg evenwicht: de 'five fingers'
geen selectievoordeel op een allel
geen seksuele selectie (non-random mating)
geen geneflow
geen genetic drift
geen mutaties
seksuele voortplanting van diploide organismen

Slide 17 - Diapositive

Terug naar ons voorbeeld:

populatiegrootte: 1000
p = 0,700
q = 0,300

De wet van Hardy-Weinberg stelt ons ook in staat om genotype frequenties te berekenen. 

Slide 18 - Diapositive

populatiegrootte = 1000
p = 0,700

Wat is de genotype frequentie van het homozygoot dominante genotype (AA)?

Slide 19 - Question ouverte

populatiegrootte: 1000
p = 0,700
q = 0,300

Een individu heeft dus 0,700 * 0,700 kans om het genotype AA te hebben.

Oftewel:

AA = p^2

Slide 20 - Diapositive

n = 1000
p = 0,700

Wat is de genotype frequentie van het homozygoot recessieve genotype (aa)

Slide 21 - Question ouverte

AA = p^2
aa = q^2

Hoe zou je dan Aa uitdrukken?

Slide 22 - Question ouverte

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Hardy-Weinberg: waar komt het vandaan?

Slide 32 - Diapositive

Bij schapen ontstaat onder invloed van het dominante allel H een witte vacht en door het recessieve allel h een zwarte vacht. In een kudde schapen hebben 891 een witte en 9 een zwarte vacht.
Op deze populatie is de Hardy-Weinberg-regel van toepassing.
Bereken de frequentie van het allel H.

Slide 33 - Question ouverte

In een populatie van 100 vogels is de allelfrequentie voor het recessieve witte vleugel allel 0,4.

Hoeveel vogels in die populatie hebben witte vleugels?

Slide 34 - Question ouverte

PTC proeven
PTC (= fenylthiocarbamide) is een stof met een bittere smaak. Het vermogen om PTC te proeven is genetisch bepaald. Er zijn twee allelen bij betrokken: T voor proeven en t voor niet proeven. Deze eigenschap heeft geen invloed op de voortplantingskansen. Het blijkt dat 70% van de wereldbevolking PTC kan proeven.
Bereken de frequentie waarmee allel T en de frequentie waarmee allel t voorkomt in de wereldbevolking. Geef je antwoord in twee cijfers achter de komma.

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt uitlegggen wat er wordt bedoeld met de begrippen: genenpool, allelfrequentie, genotypefrequentie
  • Je kunt beschrijven dat de verdeling van allelen in een populatie onderhevig is aan de wet van Hardy-Weinberg
  • Je kunt aangeven aan welke voorwaarden voldaan moet worden voor een Hardy-Weinberg evenwicht
  • Je kunt berekeningen uitvoeren aan allel- en genotypefrequenties indien een populatie voldoet aan het Hardy-Weinbergevenwicht

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Vidéo

Aan de slag
Maken opdr. 74 t/m 91 

Maken begrippenlijst BS 6

Slide 40 - Diapositive