Blok 4 Spelling deel 2

1 BK BLOK 4 spelling (deel 2)
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, tLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

1 BK BLOK 4 spelling (deel 2)

Slide 1 - Diapositive

In deze les :
  • leer je hoe je woorden met een AU of OU moet schrijven
  • herhalen we de werkwoordspelling

Slide 2 - Diapositive

AU - OU
Bij de letters au en ou hoor je dezelfde klank. 
Je schrijft de klank niet steeds hetzelfde.
voorbeeld:          gauw                     kou
                                 auto                       stou

Er is geen regel voor wanneer je au of ou schrijft. 
De spelling van deze woorden moet je uit je hoofd leren.

Slide 3 - Diapositive

Welk woord is goed gespeld ?
A
blauw
B
blouw

Slide 4 - Quiz

Welk woord is goed gespeld ?
A
benauwd
B
benouwd

Slide 5 - Quiz

Welk woord is goed gespeld ?
A
vauwen
B
vouwen

Slide 6 - Quiz

Welk woord is goed gespeld ?
A
augurk
B
ougurk

Slide 7 - Quiz

Welk woord is goed gespeld ?
A
schauder
B
schouder

Slide 8 - Quiz

Klik op de link in de volgende dia.

Maak een screenshot van je resultaat en plaats het in de volgende dia.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Lien

Plaats hier het screenshot dat je net gemaakt hebt van het resultaat van de oefening.

Slide 11 - Question ouverte

Klik op de link in de volgende dia.

Maak een screenshot van je resultaat en plaats het in de volgende dia.

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Lien

Plaats hier het screenshot dat je net gemaakt hebt van het resultaat van de oefening.

Slide 14 - Question ouverte

werkwoorden


even herhalen

Slide 15 - Diapositive

weigeren :
Ik ... te gehoorzamen.
A
weiger
B
weigert
C
weigerdt
D
weigeren

Slide 16 - Quiz

weigeren :
De hond ... te gehoorzamen.
A
weigert
B
weigerd
C
weigerdt
D
weigeren

Slide 17 - Quiz

weigeren :
Wij ... te gehoorzamen.
A
weigert
B
weigerd
C
weigerdt
D
weigeren

Slide 18 - Quiz

houden :
Ik .... van spruitjes.
A
houd
B
hout
C
houdt
D
houden

Slide 19 - Quiz

houden :
Hij ... niet van spruitjes
A
houd
B
hout
C
houdt
D
houden

Slide 20 - Quiz

houden :
De kinderen ... van aspergesoep.
A
houd
B
hout
C
houdt
D
houden

Slide 21 - Quiz

lachen
Ik ... om de clown.

Slide 22 - Question ouverte

lachen
De kleuter ... om de clown.

Slide 23 - Question ouverte

karten
Ik ... graag met mijn broer.

Slide 24 - Question ouverte

karten
Mijn vriend ... graag met mijn broer.

Slide 25 - Question ouverte

rotten
De appel ... in de fruitschaal.

Slide 26 - Question ouverte

snijden
Ik ... de groenten in kleine stukjes.

Slide 27 - Question ouverte

snijden
Mijn moeder ... de groenten in kleine stukjes.

Slide 28 - Question ouverte

snijden
Wij ... de groenten in kleine stukjes.

Slide 29 - Question ouverte

rijden
De auto ... voorzichtig over de snelweg.

Slide 30 - Question ouverte

glijden
... jij niet uit over die gladde tegels?

Slide 31 - Question ouverte

vergoeden
De organisatoren ... alle onkosten.

Slide 32 - Question ouverte

vergoeden
... hij alle onkosten ?

Slide 33 - Question ouverte

Klik op de link in de volgende dia.

Maak een screenshot van je resultaat en plaats het in de volgende dia.

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Lien

Plaats hier het screenshot dat je net gemaakt hebt van het resultaat van de oefening.

Slide 36 - Question ouverte

Ik kan de werkwoorden nu goed spellen.
A
ja
B
met hulp
C
soms
D
snap er niks van

Slide 37 - Quiz

Ik kan woorden met OU en AU goed spellen.
A
ja
B
met hulp
C
soms
D
snap er niks van

Slide 38 - Quiz

Goed bezig!

Slide 39 - Diapositive