8.2 Gevangenenprobleem + matrix

1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Het gevangenendilemma

Het gevangenendilemma (of gevangenenprobleem of prisoners’ dilemma) is een klassiek voorbeeld uit de speltheorie. 

Als beide partijen hun eigen belang nastreven, is het resultaat voor beide partijen ongunstiger dan wanneer ze samenwerken.


Gevangenendilemma = Tegenstelling van het individuele en collectieve belang, wat opvalt is dat er bijna altijd voor het individuele belang wordt gekozen. 

Slide 10 - Diapositive

Is hier sprake van een gevangenendilemma?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quiz

Bij het gevangenendilemma is het marktevenwicht ongunstig voor:
A
De rijspeler óf de kolomspeler
B
De rijspeler én de kolomspeler
C
Voor geen van beide spelers
D
Voor beide spelers

Slide 12 - Quiz

Is dit een gevangenendilemma?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quiz

Bij een gevangenendilemma is er …..
A
altijd sprake van een dominante keuze
B
geen cel waar beide partijen beter af zijn
C
sprake van een inelastische vraag
D
nooit sprake van meeliftgedrag

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Lien

Slide 16 - Diapositive

Oplossingen
  • Onderhandelen
  • Surplusverdeling (er beide op vooruitgaan) 
  • Kijken naar de verzonken kosten 

Slide 17 - Diapositive

Oplossing (zonder verzonken kosten)
Wat is de oplossing als Carly voor dit probleem al een galajurk gekocht had? De jurk kan niet worden teruggebracht naar de winkel.

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Verzonken kosten 
Zijn kosten van een investering die niet meer teruggedraaid kan worden. 
Het is een specifieke investering die grote invloed heeft op de uitkomst van het constantewaardenspel. 

Slide 22 - Diapositive

Hoge verzonken kosten:
A
hoe kan iets hoog zijn en toch gezonken zijn ?
B
Is in feite het risico wat je loopt als bedrijf in een bepaald project
C
De film Titanic. Iets met dingen die zinken

Slide 23 - Quiz

Een klusjesman koopt voor een nieuwe klus een turbolaser-schroevendraaier die hij waarschijnlijk voor een speciale klus nodig heeft
A
Lage verzonken kosten
B
Hoge verzonken kosten

Slide 24 - Quiz

De zelfbinding geeft eigenlijk aan:
A
Hoe betrokken en afhankelijk je bent als zakelijke partner
B
Dat je het fijn vindt om jezelf vast te binden
C
Hoeveel mensen je om je heen hebt verzameld bij je project
D
Bij een kookgerecht heb je vaak Maizena nodig als bindmiddel, zoiets?

Slide 25 - Quiz

Een school neemt een docent aan die elk vak kan lesgeven, dit heeft:
A
Lage verzonken kosten
B
Hoge verzonken kosten

Slide 26 - Quiz

  • als je investeert in iets wat maar 1 keer gebruikt kan worden, zoals: een festival waarbij je een terrein afhuurt en artiesten al hebt betaald dan heb je hoge verzonken kosten
  • Je kan het maar 1 keer gebruiken, je investering is alleen maar  terug te verdienen op 1 manier...je festival moet doorgaan

Slide 27 - Diapositive

Oftewel:
  •   Dit zijn de kosten die als verloren beschouwd moeten worden als de investering geen succes wordt.
  •  Hier kun je van te voren een prognose van maken, terugkijkend kan dit eventuele verlies meevallen of tegenvallen

Slide 28 - Diapositive

Op welke manier is Maartje het snelst in Den Haag als alle andere reizigers de auto nemen? (vr. 1a)
A
Met de auto
B
Met de bus

Slide 29 - Quiz

Op welke manier is Maartje het snelst in Den Haag als alle andere reizigers de bus nemen? (vr. 1b)
A
Met de auto
B
Met de bus

Slide 30 - Quiz

Wat is dus voor Maartje de beste keuze? (vr. 1c)
A
De auto nemen
B
De bus nemen

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Vidéo

Slide 33 - Vidéo

Wat versta je onder meeliftgedrag?

Slide 34 - Carte mentale

Meeliftgedrag
Meedelen in de opbrengst zonder zelf bij te dragen aan de kosten of inspanning

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Wanneer is de kans groter op een goede samenwerking?
  • als er vertrouwen is in elkaar
  • als er sociale controle is (elkaar aanspreken op 'fout' gedrag)
  • contracten laten afsluiten

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Vidéo

Zijn de doelen behaald?
  • Wat is het gevangenenprobleem?
  • Hoe werkt het?
  • Kun je een juiste keuze maken?
  • Kun je meeliftgedrag en sociale controle verklaren
 

Slide 39 - Diapositive