politieke stromingen

Politieke stromingen


Indeling van politieke partijen volgens een waarde: vrijheid, gelijkheid of geloof

1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Politieke stromingen


Indeling van politieke partijen volgens een waarde: vrijheid, gelijkheid of geloof

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Indeling van politieke partijen


  • Links of rechts: (hierbij wordt gekeken naar de rol van de overheid)


  • Politieke stroming(hierbij wordt gekeken naar de belangrijkste waarde)

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Instructie; Politieke stromingen:
Waarom praten wij over politieke stromingen?

- Verschillende brillen om te kijken naar de wereld

- 3 GROTE politieke stromingen in Nederland 

Slide 5 - Diapositive

Onder een politieke ideologie wordt verstaan:
A
Het verkiezingsprogramma van een partij
B
De perfecte samenleving
C
Een visie over de gewenste inrichting van de samenleving
D
De regels binnen een politieke partij

Slide 6 - Quiz

De definitie van een politieke stroming is...
A
Het maken van keuzes en het nemen van beslissingen.
B
Een politieke stroming is de volledige kieslijst van een politieke partij.
C
Een verzameling ideeën van wat belangrijk is in de maatschappij en hoe mensen met elkaar moeten samenleven.
D
Een samenwerking binnen de Tweede Kamer van verschillende partijen.

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Vidéo

Liberalisme; Vrijheid blijheid
Doel:
- Vrijheid (persoonlijk & economisch)
- Bescherming van deze vrijheid.

Kenmerken:
- Vrijheid (persoonlijk & economisch)
- Grote verschillen in inkomens mogen
Rol van de overheid: 
- passief 
- weinig wetten & regels
- Handhaving openbare orde & veiligheid

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Sociaal-democratie; 
samen sta je sterk
Doel:
- Eerlijke verdeling van de welvaart.
- De zwakkeren beschermen (solidariteit)

Kenmerken:
- Iedereen gelijke kansen 
- Eerlijke verdeling van Kennis, Inkomen en Macht
- Opkomen voor de `zwakkeren’ in de samenleving

Rol van de overheid:
- Actief

Slide 11 - Diapositive

Christen-democratie;
bijbelse waarden
doel:
samenwerking, naastenliefde, rentmeesterschap en geloof

Kenmerken:
- Een samenleving waarin mensen goed voor elkaar zorgen.
- Gezin is de hoeksteen van de samenleving

Rol van de overheid:
- beperkt
- Burgers helpen als zij het niet zelf kunnen

Slide 12 - Diapositive

"De gemeente organiseert een voedselbank waar mensen gratis voedsel kunnen geven en krijgen, zodat iedereen in de gemeenschap eten heeft"
Bij welke politieke stroming past deze uitspraak?
A
Sociaal-democratie
B
Christen-democratie
C
Liberalisme

Slide 13 - Quiz

De overheid investeert in extra bijlessen in achterstandswijken, zodat kinderen gelijke kansen hebben om te slagen in hun schoolcarrière.
Bij welke politieke stroming past deze uitspraak?
A
Sociaal-democratie
B
Christen-democratie
C
Liberalisme

Slide 14 - Quiz

"Als ondernemer moet je jezelf zien te redden in tijden dat het even minder gaat"
Bij welke politieke stroming past deze uitspraak?
A
Sociaal-democratie
B
Christen-democratie
C
Liberalisme

Slide 15 - Quiz

Welke politieke stromingen heb je in Nederland?
A
Liberalisme, christen-democratie, feminisme
B
Sociaal- democratie en liberalisme
C
christen-democratie, liberalisme, sociaal-democratie
D
Communisme, christen-democratie en liberalisme

Slide 16 - Quiz


Wat is een geen politieke stroming?
A
ecologisme
B
nationalisme
C
activisme
D
populisme

Slide 17 - Quiz

Politieke stromingen: Liberalen
A
Gelijkheid
B
Op basis van geloof
C
individuele vrijheid
D
Alles houden zoals het was

Slide 18 - Quiz

Bij wat voor een politieke stroming past dit standpunt het beste?
A
Liberalisme
B
Christen-democratie
C
Sociaal-democratie

Slide 19 - Quiz

Nederland is een democratie.
Wat betekent democratie?
A
De koning regeert
B
Het kabinet regeert
C
God regeert
D
Het volk regeert

Slide 20 - Quiz

Wat is passief kiesrecht?
A
Het recht verkozen te worden
B
Het recht te mogen stemmen
C
Geen gebruik maken van je kiesrecht
D
Blanco stemmen

Slide 21 - Quiz

Wat is actief kiesrecht?
A
ik ga stemmen als ik 18 ben
B
ik stel mij verkiesbaar namens de VVD
C
ik ga straks stemmen op het CDA als ik 18 ben

Slide 22 - Quiz

Bij een referendum heb je een (...) democratie, Nederland heeft een (...) democratie
A
Indirecte, directe
B
Directe, indirecte
C
Indirecte, indirecte
D
Directe, directe

Slide 23 - Quiz

Afsluiting; lesdoelen:
1. Je kunt uitleggen wat politieke stromingen zijn.
2. Je kunt de drie politieke stromingen in Nederland benoemen.
3. Je kunt de drie politieke stromingen herkennen.

Maken + huiswerk: Opdrachten 4.2
Begrippen: Politieke stromingen, Sociaal-democratie, Christen-democratie, Liberalisme

Slide 24 - Diapositive